Schaapjes overzetten met hulp marechaussee
RHENEN - De schapen van herder Griffioen zijn veel gewend. Zo openden ze al eens een ecoduct door er als eersten overheen te lopen. Dinsdagmorgen vertrokken ze, een dag later dan gepland, voor een drie weken lange trektocht. De kudde kruist spoorrails en snelwegen om van Rhenen in Naarden te komen. Zelfs de marechaussee zal een handje helpen om alles tot een goed einde te brengen.
Dinsdagmorgen rond halftien gingen ze op reis: vijftig Drentse heideschapen -van dat soort zijn ze, al komen ze uit het Gooi- en bordercollie Flo. Hun aanvoerder, veebeheerder Johan Griffioen van het Goois Natuurreservaat, wil aandacht vragen voor de versnippering van de Utrechtse Heuvelrug. Op zijn ruim 100 kilometer tellende tocht moet hij, noodgedwongen, allerlei infrastructurele hindernissen trotseren.Dat hindernissen ook uit een andere hoek kunnen komen, is inmiddels wel gebleken. De kudde zou eigenlijk gisteren al vertrekken, maar MKZ gooide voor de tweede maal roet in het eten. De schapen stonden dinsdagmorgen tussen 06.00 en 07.00 uur al klaar voor vertrek, op de hei bij restaurant De Tafelberg bij Blaricum. De beesten, die normaalgesproken de Gooise hei begrazen, mochten vanwege het vervoersverbod echter niet de vrachtwagen in richting vertrekpunt Rhenen. Ze konden pas in de namiddag de voor de gelegenheid opgestelde mobiele kraal verlaten en hun reis beginnen met een vrachtwagenrit.
In etappes van maximaal 10 kilometer per dag zullen de dieren teruglopen naar de Gooimeerkust in Naarden, dwars over de Utrechtse Heuvelrug, langs plaatsen als Amerongen, Elst, Den Dolder en Laren. De tocht begon dinsdagochtend in de stromende regen. „Ondanks de regen zijn we ongelooflijk blij dat we nu alsnog kunnen vertrekken. We waren bang dat de hele organisatie voor niets was”, zegt een begeleider van de kudde. Omdat de routes van maandag en dinsdag zijn samengevoegd, maakte de kudde dinsdag meer kilometers dan gepland, maar in totaal lopen de dieren toch niet meer dan het maximum van 10 kilometer.
De nachten brengen de dieren de ene keer door in hun ’eigen’ mobiele kraal, bijvoorbeeld op het grasveld van een conferentiecentrum in Soesterberg, voor het oog van de aanwezige gasten, een andere andere keer slapen ze in een schaapskooi, bijvoorbeeld op de Leusderheide.
„We willen met deze hele onderneming natuurlijk bereiken dat het gebied weer één geheel wordt”, zegt Chris Bakker van de Stichting Utrechts Landschap, die samen met het Goois Natuurreservaat de tocht heeft voorbereid. „Door alle infrastructuur is dat nu niet het geval. Een gemiste kans.”
Ondanks het zware thema -de versnippering van het Nederlandse groen- is de tocht niet alleen kommer en kwel. „We willen ook laten zien wat goed gaat”, zegt Bakker. „Zo vertellen we in Lage Vuursche een mooi verhaal over de terugkeer van de das.” Doel van alles is vooral dat iedereen zich bewust wordt van de versnippering. „En we willen laten zien dat de Utrechtse Heuvelrug een mooi gebied is.”
Dus reist er cameraploeg mee die alles vastlegt, is de kudde te volgen via de websites van de twee betrokken natuurorganisaties en ontvangt het gezelschap regelmatig bezoek van mensen die op de een of andere manier zijn betrokken bij de natuur van Utrecht en het Gooi. In Elst mogen schoolkinderen zelfs water geven aan de schapen. Niet overbodig, want het zou wel eens kunnen dat op de droge heuvelrug te weinig water voor de dieren te vinden is, weet Bakker.
Sommige schapen heeft de herder thuisgelaten. Zoals een heel oude ram die vorige maand zijn hoorn heeft verloren. En een „aantal dissidenten”, zoals Griffioen ze noemt. „Die wil ik er niet bij hebben op een gevaarlijke oversteek.”
Hij doelt op de keren dat de kudde drukke punten kruist. Die etappes zijn goed voorbereid: een wijkagent schiet te hulp of een eigen verkeersregelaar neemt het heft in handen. Bij een spoorlijn in Den Dolder is zelfs de hulp van ProRail ingeroepen: het treinschema is iets vertraagd, zodat de schapen meer tijd hebben voor de oversteek. Op de Amersfoortseweg bij Soesterberg helpt de marechaussee een handje bij het passeren van de weg.
Vliegbasis Soesterberg bleek al een onneembare hindernis te zijn. „Echt ontoegankelijk”, zegt Bakker. „We moeten daar nu omheen lopen. Defensie was welwillend, maar kon ons geen toestemming geven.” Bakker sluit dan ook niet uit dat de tocht langer gaat duren dan de geplande drie weken. „Het kan natuurlijk altijd dat we een in de route opgenomen barrière toch niet kunnen nemen.”