De traditionele locatie was de Waalse Kerk, schuin tegenover Paleis Huis ten Bosch. Daar staan inmiddels de dranghekken opgesteld in verband met Prinsjesdag. Enkele tientallenden belangstellenden, met name uit de politieke wereld, bezochten de bijeenkomst.Dr. P. J. Visser, hervormd predikant in Den Haag, mediteerde over Jesaja 6:1-12. „Jesaja leed aan het feit dat God Zich verborgen hield. Het leek alsof het tussen de Heere en Israël over en uit was. Hoe was dat zo gekomen? Het antwoord is even eenvoudig als ernstig: Israël had het voor gezien gehouden. Toen had God het ook met het volk helemaal gehad en had Zich teruggetrokken. Het leek alsof er nooit iets was geweest tussen God en het volk Israël.”

Het opmerkelijke is echter dat Jesaja er niet mee kan leven dat God Zich verborgen houdt. „Hij roept tot God met de bede of Hij de hemelen wil scheuren en een nieuw begin wil werken. Het is een roepen om iets onmogelijks, tegen beter weten in.”

Al is Nederland geen Israël, dr. Visser ziet echter wel overeenkomsten. „Ook in de Nederlandse geschiedenis heeft God een belangrijke plaats ingenomen. Dat is te zien aan de vele kerktorens. Evenwel, ook de afval is een feit. In de negen jaar waarin ik in Den Haag sta, zijn er reeds verschillende kerken afgebroken.”

Het verhaal van Geert Mak, dat God uit Jorwerd is verdwenen, is ook op Den Haag van toepassing, zei dr. Visser. „Men zegt vaak: het is onomkeerbaar, het wordt nooit meer wat het was. Jesaja valt echter op de knieën voor God. Hij pleit op Zijn verbond: we zijn toch Uw volk. Daar kon God niet omheen, vindt Jesaja, en daarom kon God niet zo snel van Zijn volk af.”

Ook al is Nederland geen Israël, met de rechten van het verbond, dr. Visser zag een andere pleitgrond: Jezus, als Heer der wereld. „Jezus greep eens reddend in de wereld in. Vandaag is Hij aan Gods rechterhand. Wie Hem verwacht, zal wonderen beleven.”

Voorbede
Deetman belichtte het fenomeen ”voorbede voor de overheid”. Tot 1795 werden van overheidswege bid- en boetedagen afgekondigd, als teken van afhankelijkheid van God, de Allerhoogste, en om vergeving van zonden af te smeken. De voorbede geeft zicht op de beperktheid van menselijk kunnen. Zij opent de ogen voor de onvolmaaktheid in de wereld, die door ons toedoen gebroken is. Zij relativeert ook de absolute macht van de overheid.

De Haagse burgemeester benadrukte de individuele verantwoordelijkheid. „De overheid bestaat uit mensen die verantwoording moeten afleggen. Waar wij de overheid toe oproepen, zoals het recht doen aan de zwakke en het rentmeester zijn over de schepping, houdt ook een opdracht in voor ieder individu.”

Uiteindelijk zag Deetman in Jesaja 64 de contouren van advent, de wederkomst. „Het vasthouden aan de belofte van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde geeft richting aan ons handelen. Dat maakt de voorbede de moeite waard, en noodzakelijk, ook in deze tijd.”

Tijdens de bijeenkomst werd het boek ”Recht zetten” gepresenteerd, een bundeling toespraken die tijdens de Residentie Pauzediensten in 2006 zijn gehouden. Het zijn lezingen rondom het jaarthema ”Recht zetten”, naar aanleiding van het profetenboek Amos. Aan de verschillende sprekers -onder wie een predikant uit de regio en een politicus van een van de christelijke partijen- werd een exemplaar overhandigd. Het is de bedoeling dat de toespraken nu jaarlijks in druk verschijnen (bij uitg. Filippus, Heerenveen).

Ds. A. S. Rienstra, voorzitter van de Stichting Residentie Pauzediensten, wees erop dat de Evangelische Omroep jarenlang de diensten uitzond. De EO is daarmee gestopt, ondanks herhaaldelijke verzoeken, aldus ds. Rienstra.

De Residentie Pauzediensten worden meer dan twintig jaar gehouden. Deze gebedsdiensten voor het Koninklijk Huis en voor de overheid vinden maandelijks plaats vlak bij het Binnenhof en de diverse ministeries.