„Christenen moeten altijd blij zijn”
ZEIST - Christenen moeten altijd blij zijn, vindt ds. C. G. Vreugdenhil. Hij beroept zich op de apostel Paulus, die zijn lezers oproept om zich te allen tijde te verblijden. De apostel was zelfs tijdens zijn gevangenschap blij.
Ds. Vreugdenhil, predikant van de gereformeerde gemeente van Vlissingen, sprak maandagavond in het kerkgebouw van de christelijke gereformeerde kerk in Zeist.De bijeenkomst was georganiseerd door de stuurgroep van de cursus geestelijke vorming, die opereert vanuit de christelijke gereformeerde kerk van Zeist en een jaar of acht bestaat. Er gaan tijdens de zeven lezingen per jaar, die gemiddeld 200 mensen trekken, sprekers uit de Protestantse Kerk in Nederland, de Hersteld Hervormde Kerk, de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Gemeenten voor.
Ds. Vreugdenhil sprak over de vrucht van de Geest, die genoemd wordt in Galaten 5:22. Het gaat niet om de vruchten. Het is net als met een sinaasappel, aldus de predikant. „Als je de sinaasappel hebt, heb je alle partjes. Als je de sinaasappel niet hebt, heb je niets.”
De vrucht vindt zijn oorsprong in de genade van God. Het is een troost voor Gods kinderen dat ze de vrucht niet zelf hoeven te produceren. De vrucht is van bovennatuurlijke oorsprong, zei ds. Vreugdenhil, die eraan toevoegde dat mensen wel verantwoordelijkheid dragen. „De gunstige omstandigheden voor het groeien van de vrucht vallen onder onze verantwoordelijkheid. Wilskracht en zelfdiscipline zijn nodig om zondige gewoonten af te leren en goede gewoonten aan te leren.”
Hij behandelde de eerste drie (van de negen genoemde) deugden: liefde, blijdschap en vrede, die christenen alle drie moeten uitstralen. Het belangrijkste is de liefde. „Als we over liefde spreken, spreken we over het hart van God. Vanuit de liefde weten christenen dat ze God kennen. Een christen zonder liefde is geen christen. Vanuit de liefde nemen ze de beslissing om in harmonie met anderen samen te leven. Liefde zal de ander positief blijven benaderen, ook al is hij tien keer in die ander teleurgesteld. Liefde doet vergevingsgezind zijn, ook als de ander de schuld niet belijdt. Liefde is iets anders dan sympathie. Het gaat er niet om of men een ander graag mag.”
In het verlengde van de liefde ziet ds. Vreugdenhil de blijdschap, wat iets heel anders is dan genieten. „De wereld kent geen echte blijdschap. Die ontspringt aan de genade van God en is alleen door het geloof te proeven. Deze blijdschap is niet het tegengestelde van smart, maar overwint die. De Bijbelse blijdschap is niet afhankelijk van een gemoedsstemming.”
Ds. Vreugdenhil benadrukte dat in de Bijbel de blijdschap vaak als een vrucht van de Geest genoemd wordt en dat Paulus voortdurend oproept tot blijdschap, ongeacht de omstandigheden. Paulus was zelfs in gevangenschap blij. „Iedere christen hoort blijdschap in de Heere te tonen. Het doel is om God te verheerlijken door, zelfs in moeilijke omstandigheden, blijdschap te laten zien. We zijn zelf verantwoordelijk of we vreugdeloze of blijde christenen zijn.”
Hij noemde drie hindernissen waardoor christenen niet tot die blijdschap komen. De eerste is overbezorgdheid. Mensen tobben vaak te veel. De tweede is het vasthouden aan bepaalde zonden in het leven, die de relatie met God verstoren. De derde hindernis is het verkeerd reageren op de kastijdingen van de Heere. Kastijdingen zijn geen straf, maar „de grote Pottenbakker kneedt het leem, opdat het Zijn beeld zou deelachtig worden.”
Over de vrede zei hij dat christenen eenheid moeten zoeken en vrede moeten najagen. „Leden van het lichaam van Christus mogen niet met elkaar in onvrede leven. Onenigheid onder christenen is antireclame. Als het een christen ernst is om vrede te krijgen, maakt het hem niet uit wie er begonnen is met ruzie. De ander hoeft niet eerst te veranderen, maar hij of zij zal er zelf werk van maken om het anders te krijgen.”