„Staal mag meer tevoorschijn komen”
NIEUWERKERK - Boerenschuren, bedrijfshallen en kerken; daar is Hanse Staalbouw goed in. „Bijna alles wat we bouwen is redelijk uniek.”
Het staalconstructiebedrijf viert zaterdag zijn 100-jarig bestaan. Feest voor de omgeving, want Hanse Staalbouw is ook op de kop af tien jaar gevestigd op industrieterrein De Weel in Nieuwerkerk.„We zijn een van de drie grootste werkgevers op Schouwen-Duiveland”, zegt commercieel directeur Adri van der Maas (52). Samen met Wim de Jonge vormt hij de directie van Hanse Staalbouw.
Er werken ongeveer honderd mensen bij Hanse. „Het is lastig om aan goed en gekwalificeerd personeel te komen. We werken al met Poolse lassers. Voor staal is eigenlijk geen opleiding. De jongens moeten het vak in de praktijk leren.”
Dat zijn personeel het visitekaartje van het bedrijf vormt, daarvan is de commercieel directeur goed doordrongen. „Die jongens op de bouw hebben direct contact met de klant. Zij moeten het maken, letterlijk en figuurlijk.”
Om werk zit het Zeeuwse bedrijf niet verlegen. De orderportefeuille zit goed vol. De planning loopt drie maanden vooruit. „Het is een complexe puzzel om alles voor elkaar te krijgen. Planning is een van de meest cruciale elementen in deze wereld.”
Een van de meest opvallende projecten op dit moment is de nieuwbouw van de kerk van de gereformeerde gemeente in Gouda. De kerkzaal krijgt een gebogen kap van 29 meter hoog op gelamineerde houten spanten in combinatie met stalen spanten van Hanse Staalbouw. „De combinatie is bijzonder”, aldus Van der Maas. In de nieuwe Goudse kerk is 225 ton staal verwerkt.
Het staalbedrijf zette veel geraamtes neer voor kerken. Bijvoorbeeld voor de hersteld hervormde gemeenten in Sint Annaland en Oud-Beijerland. Maar ook de Zeeuwse gereformeerde gemeenten van ’s-Gravenpolder en Nieuwerkerk kerken onder de stalen balken van Hanse Staalbouw. „De laatste kon natuurlijk niet om ons heen.”
Het begon allemaal honderd jaar geleden met de wagenmakerij van „meneer Hanse” in Sirjansland, een dorp in de Zeeuwse gemeente Schouwen-Duiveland. Later maakte zijn zoon er een smederij van, waar werk werd verricht voor de landbouw.
Na de Tweede Wereldoorlog kwam er loodgieters- en installatiewerk bij. Op den duur is gekozen voor specialisatie in de staalbouw. In 1997 verkaste het bedrijf naar een bedrijventerrein in Nieuwerkerk. „We wilden dolgraag in Zeeland blijven”, zegt Van der Maas.
Aan de bouw van een pand gaat een maandenlang traject vooraf met calculatie, ontwerp, prijsvoorstel en werkvoorbereiding. Uiteindelijk gaan de producten van de tekenaar „in stukjes en beetjes” de werkplaats in. Daar rollen niet alleen op maat gemaakte stukken staal uit maar ook „bouten, moeren, koppelplaatjes, het hele circus.”
Volgens Van der Maas is bijna alles wat Hanse bouwt redelijk uniek. „Zelfs bij een boerenschuur, hoe gek het misschien ook klinkt, trekken we geen tekening uit de kast. Bij de ene schuur helt het dak 25 graden, terwijl het bij de andere schuur van de plaatselijke welstandscommissie 20 graden moet zijn.”
In de moderne bouw mag staal worden gezien. „Vroeger, en dan spreek ik over tien, twintig jaar geleden, moest het worden weggewerkt. Nu mag staal een beetje meer tevoorschijn komen.”
Een van de mooiste zichtbare staalconstructies vindt Van der Maas een gebouw langs de snelweg A15 in Gorinchem. „De gewalste liggers waar het dak aan hangt, dat ziet er spannend uit. Jammer genoeg hebben wij het niet gemaakt.”
Staal dat er aantrekkelijk uitziet is ook leuker om te maken, is de ervaring. „Het heeft een mooiere vorm dan al die vierkante dozen. Al moet ik er onmiddellijk bij zeggen dat in 95 procent van de gevallen het budget te laag is om alternatieve dingen te doen.”
De trend van het ”zichtbare” staal zet nog wel even door, denkt Van der Maas. „Het is in de bouw altijd de staaljongens tegen de betonjongens. Dat geeft niet, dat is gezond.”
Hanse Staalbouw opereert in het middensegment van de staalwereld. „Wij doen bijvoorbeeld geen stadions. Dan praat je over heel veel tonnen staal.” De opdrachtgevers zitten in de onderste helft van het land. „Zeg maar op anderhalf uur rijden vanaf Nieuwerkerk.”