Iran in de ban van tv-serie over Holocaust
TEHERAN - Iran is in de ban van een televisieserie die erg lijkt op de verfilming van het boek Schindler’s List. De serie, over een Iraanse diplomaat die in Parijs tijdens de Tweede Wereldoorlog honderden Joden uit de handen van de nazi’s redt, wordt verrassend genoeg uitgezonden op de staatstelevisie.
President Mahmud Ahmadinejad heeft zich openlijk afgevraagd of de Holocaust inderdaad heeft plaatsgehad en heeft Israël fel veroordeeld. De staat Israël moet van de kaart worden geveegd, zei hij diverse keren. De Iraanse staatsmedia refereren zelden aan de Holocaust en schoolboeken zwijgen over de gruwelijke gebeurtenis, met als gevolg dat Iraniërs er weinig over weten.Toch blijkt uit de serie overduidelijk sympathie voor het lot van de Joden in WO II. Te zien is hoe nazi’s mannen, vrouwen en kinderen met gele sterren op hun kleren uit hun huizen halen en afvoeren in vrachtwagens. „Waar worden ze mee naartoe genomen?” vraagt de geschrokken held, een jonge diplomaat die op de Iraanse ambassade in Parijs werkt. „De fascisten brengen de Joden naar de concentratiekampen”, zegt een man in de toekijkende menigte.
De hoofdfiguur, Habib Parsa, begint Iraanse paspoorten te verstrekken aan Joden, te beginnen aan zijn geliefde, de Franse Sara Stoke, en haar familie. De serie is, net als Schindler’s List, gebaseerd op een waar gebeurd verhaal. Diplomaten van de Iraanse ambassade in Parijs verstrekten in de jaren ’40 ongeveer 500 paspoorten aan Joden, zodat ze konden vluchten.
De serie zou nooit zijn uitgezonden zonder de toestemming van de geestelijk leider van Iran, ayatollah Ali Khamenei; de staatszender staat onder zijn gezag. De serie doorbreekt nog een taboe. Om een zo realistisch mogelijk beeld te geven van het Parijs in de jaren ’40, dragen veel van de actrices geen hoofddoekje. Normaal gesproken moeten alle vrouwen die te zien zijn op de Iraanse staatstelevisie een hoofddoekje dragen, én een gewaad dat het lichaam van voeten tot hoofd bedekt.
Mogelijk is de serie, waarvan de eerste aflevering in april werd uitgezonden, een poging van de Iraanse leiders om van hun antisemitische imago af te komen en het onderscheid te onderstrepen dat Iraanse functionarissen vaak maken: Iran is tegen de staat Israël, niet tegen het Joodse volk. In Iran wonen ongeveer 25.000 Joden. Na Israël bestaat er geen grotere Joodse gemeenschap in het Midden-Oosten. In het Iraanse parlement zit één Joodse afgevaardigde.
De serie heeft veel Iraniërs de ogen geopend. Neem bijvoorbeeld Kazem Gharibi. Hij kijkt elke maandag naar de serie terwijl hij in zijn winkel werkt. „Door deze serie besef ik dat de Joden het zwaar hadden in de oorlog, hulpeloos en wanhopig waren, zoals wij toen Irak ons tot oorlog dwong.” Iran en Irak vochten in de jaren ’80 een bloedige oorlog uit.
Het liefdesverhaal van Parsa en Stoke interesseert net zo veel kijkers als de gruwelen van de Holocaust. De nazi’s zetten Parsa gevangen nadat ze erachter zijn gekomen wat hij heeft gedaan. Hij komt vrij en keert terug naar Teheran, waar hij opnieuw de cel ingaat voor het vervalsen van paspoorten. Er moeten nog acht afleveringen komen.
„Ik heb de serie vanaf het begin gevolgd”, zegt huisvrouw en moeder Sadigheh Karandish. „Wat me boeit, is dat ik wil weten wat deze twee mensen uiteindelijk zullen doen. Hopelijk komt alles goed.”