„Predikanten moeten God gezien hebben”
URK - „Predikanten hebben het nodig dat ze God gezien hebben. Dat geeft gezag aan hun woorden. Waar zijn de profeten die God gezien hebben?”
Dat zei de christelijke gereformeerde emeritus predikant ds. P. den Butter zaterdag tijdens de Bewaar het Panddag in Urk.De Bewaar het Panddag, die werd gehouden in de christelijke gereformeerde Eben Haëzerkerk, trok ongeveer 600 bezoekers, „een bemoedigend aantal”, vond ds. K. Hoefnagel.
Alle toespraken gingen over Jesaja 6, het roepingsvisioen van Jesaja. Ds. Hoefnagel, predikant te Katwijk, opende de dag met een meditatie over Uzzia (Jesaja 6:1a). Hij zei dat hoogmoed, de oerzonde, in het leven van de koning tot openbaring kwam toen hij sterk was geworden.
Door het heiligdom binnen te gaan, waar alleen de priesters mochten komen, pleegde hij heiligschennis. „Dit was geen vrijmoedigheid, maar vrijpostigheid. Hij had geen besef van de heiligheid van God en de onheiligheid van zichzelf.”
Het is, zei ds. Hoefnagel, heiligschennis als mensen dicht bij God durven komen als een rechthebbende, zonder te weten dat ze een goddeloze zijn. De zonde is erger dan wat dan ook, aldus de predikant. „Wie in dit leven de zonde nooit vreest, zal in het oordeel de zonde vrezen.”
Gods heiligheid
Ds. Den Butter sprak over de heiligheid van God, naar aanleiding van Jesaja 6:1-4. Het visioen waarin hij God zag, maakte een geweldige indruk op Jesaja. „Het werd in zijn ziel afgedrukt, het stond later altijd weer op zijn netvlies en heeft zijn prediking doortinteld.”
Ds. Den Butter trok de lijn door naar het heden. „Predikanten hebben het nodig dat ze God gezien hebben en dat moet altijd op hun netvlies staan. Het geeft gezag aan hun woorden als mensen voelen dat de predikant de woorden van God gekregen heeft. Het geeft gezag aan hun woorden. Met alleen studie en professionele training zijn ze er niet.”
De christelijke gereformeerde emeritus predikant is verontrust over het verlies van het besef van Gods heiligheid bij kerkmensen. Concreet noemde hij de oneerbiedigheid tijdens kerkdiensten, tot uiting komend in de kleding, en het direct na de dienst „weglachen van de preek” door over allerlei andere dingen te praten. „Als de eerbied weg is, verlamt een kerk en er blijft er van de heiligheid niets over. God is heilig, hoe durven we Hem naar beneden te halen?”
Ontredderd
Ds. J. M. J. Kieviet, predikant te Dordrecht, behandelde Jesaja 6: 5-7. Hij zei dat Jesaja totaal ontredderd was toen hij de heerlijkheid van de Heere en daartegenover zijn eigen onwaardigheid gezien had. „God is God. Hij is mijn vriendje niet. Als Hij verschijnt, smelt ik weg. Het is de vraag of we God wel echt kennen als we Hem niet zo hebben leren kennen. We hebben geen lievige God en geen lievige Heere Jezus. God eist dat een mens zich voor Hem verootmoedigt en zichzelf mishaagt.”
Dat God liefde is betekent, aldus ds. Kieviet, ook dat Zijn liefde aan alles voorafgaat. „God is niet pas liefde als ik Hem lief gekregen heb. De liefde van God was er voor mijn zonde. God zoekt de mens op.”
Emeritus predikant ds. P. Roos sprak over het laatste gedeelte van Jesaja 6. Jesaja had een zeer moeilijke boodschap, zo zei hij. De mensen zouden zich niet bekeren. Daarop vroeg Jesaja om een limiet. Hij moest het oordeel aanzeggen totdat de steden verwoest zouden zijn.
Ds. Roos trok een parallel met de kerken in Nederland. Volgens hem is het mogelijk dat de afval zo ver doorgaat totdat het oordeel er is en de toestand van de kerken hopeloos is. De predikant vreest dat het tot een nulpunt zal komen.
Naar aanleiding van het laatste gedeelte van Jesaja 6, dat spreekt over een tiende deel, zei hij echter toch nog hoop te hebben. „Al gaat het door de afwerping van de bladeren heen. Het steunsel is sterk genoeg om de kerk te voeren tot een nieuwe kerk die God zelf geven zal.” Ds. Roos gaf hierbij het voorbeeld van een adelaar die in de rui is en waarmee het gebeurd lijkt te zijn. Na de rui krijgt de vogel echter weer nieuwe veren en wordt de kracht vernieuwd.