Binnenland

Getouwtrek om oude Urker schedels

URK - Met welk recht houdt het universiteitsmuseum van Utrecht Urker schedels in hun collectie die in de 19e eeuw zijn gestolen door wetenschappers? De schedels moeten terug naar Urk, vindt het Comité Urker schedels. „Onze voorouders zijn begraven met de hoop op de wederopstanding.”

Janita ten Voorde
14 September 2007 23:08Gewijzigd op 14 November 2020 05:06
URK – Het universiteitsmuseum in Utrecht moet Urker schedels die in de 19e eeuw zijn gestolen door wetenschappers teruggeven, vindt een plaatselijke groepering. Tiemen Roos van het Comité Urker Schedels: „Onze voorouders zijn begraven met de hoop op de we
URK – Het universiteitsmuseum in Utrecht moet Urker schedels die in de 19e eeuw zijn gestolen door wetenschappers teruggeven, vindt een plaatselijke groepering. Tiemen Roos van het Comité Urker Schedels: „Onze voorouders zijn begraven met de hoop op de we

Het verzoek van het comité boort een open zenuw aan in de museumwereld en staat dinsdag in Leiden centraal in een debat. Om hoeveel schedels het exact gaat, weet het comité niet. „Utrecht is niet het enige universiteitsmuseum dat illegaal opgegraven schedels bewaart. Momenteel onderzoeken we of er in depots in Leiden, Amsterdam, Groningen en Göttingen (Duitsland) ook schedels liggen. We schatten dat het om tien tot twintig schedels gaat”, vertelt Tiemen Roos, die namens het comité het debat aangaat.Urk is altijd een populair onderzoeksgebied geweest, vooral in de 19e eeuw, vertelt Roos, leraar geschiedenis aan de Urker vestiging van Scholengemeenschap Pieter Zandt. „Nationalisme was toen het kernwoord. Wetenschappers gingen op zoek naar de oer-Hollander. Die dachten ze te vinden in Urk. Urk was immers het kleinste eiland, lag het verst van de wal en was nog nagenoeg onvermengd.”

Dat zeker drie schedels in Utrecht uit Urk afkomstig zijn, blijkt uit een briefje uit 1877 van de Hilversumse arts Van Hengel. Die beschrijft dat hij na lang praten en bidden de doodgraver van het Kerkje aan de Zee zo ver kreeg dat hij een paar schedels uit het knekelhuisje ter plekke mocht bestuderen.

Toen de arts de schedels in handen had, verzocht hij de doodgraver buiten zijn ”stinkende sigaar” op te steken. Op dat moment deed Van Hengel de drie schedels razendsnel in zijn tas en verving hij ze door drie Hilversumse schedels. Die had hij met okerverf bestreken om ze ouder te laten lijken.

Van Hengel gaf de schedels aan professor Harting van de Universiteit Utrecht. Roos: „Deze gebeurtenis is typerend voor de verlichting. De wetenschap moest vooruit. Als het gewone volk zo dom is om niet mee te werken, dan moet het maar kwaadschiks, dachten de geleerden.”

Het briefje van Hengel en de schedels zijn altijd bewaard gebleven in Utrecht. Tijdens een onderzoek naar de gevolgen van inpoldering van de Noordoostpolder op de bevolking van Urk, kwam een aantal bewoners van het voormalige eiland achter het bestaan van de schedels. „Een groep is in april dit jaar op de universiteit geweest. Daar lagen vijf Urker schedels tussen allerlei dierlijke resten. Dat deed hen toch wel wat. Waar de andere twee schedels vandaan komen, is niet bekend.”

De Urkers besloten enkele maanden geleden een comité op te richten met als uiteindelijke doel de schedels terug te krijgen in Urk. „Mijn voorouders zijn begraven met de hoop op de wederopstanding. Dat is ook te zien aan de graven. Urkers liggen met het hoofd naar het westen en de voeten naar het oosten, zodat ze op de dag van de wederkomst richting Jeruzalem kijken. Daar zou de Heere Jezus op de Olijfberg terugkomen, meldt de profeet Zacharia. De wetenschap heeft niet het recht om de grafrust van Urkers te schenden.”

Het comité werkt aan een officieel verzoekschrift om de schedels terug te eisen. Roos heeft er goede hoop op dat het verzoek wordt gehonoreerd. „In een ethische code staat dat musea stoffelijke resten terug moeten geven als de nazaten daarom vragen. In Nederland gebeurde dat al drie keer met succes.”

De uitkomst van het debat dinsdag kan grote gevolgen hebben voor de museumwereld, vertelt Roos. „Er zijn veel menselijke resten in Nederlandse musea. Van skeletten tot menselijke organen op sterk water. Als de commissie ons verzoek honoreert, dan kun je wachten op een volgend verzoek.”

Conservator Reina de Raat van universiteitsmuseum Utrecht vindt herbegraven van de schedels geen goed idee. „De schedels zijn van historisch wetenschappelijk belang. Ze zijn een unieke collectie die symbool staat voor de zoektocht naar de eigen identiteit in de 19e eeuw. Met foto’s kunnen wij dat niet uitbeelden. Die hebben lang niet zo veel impact.”

Overigens bestrijdt De Raat de uitspraak van Roos dat vijf Urker schedels op de Universiteit Utrecht tussen allerlei dierlijke resten liggen. „De schedels liggen apart in een kast met andere exemplaren uit de universitaire collectie.” Ook ontkent De Raat dat er een ethische code bestaat waarin gezegd wordt dat hoe dan ook menselijke resten teruggegeven moeten worden aan de plaatst van herkomst. Ze heeft er geen problemen mee als de schedels in Urk worden tentoongesteld. „Als ze maar niet onder de grond verdwijnen, want dan zijn ze voor altijd weg.”

Voor Roos tellen deze argumenten niet. „De resten van onze voorouders zijn geschonden. Bovendien hebben Urkers jarenlang als onderzoeksobject gediend. De wetenschap mag nu wel eens iets voor ons terugdoen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer