„Overstroming in India is geen nieuws meer”
APELDOORN - Sinds de overstromingen deze zomer in Zuidoost-Azië is er niets veranderd aan de noodsituatie in India. „Het waterpeil daalt nauwelijks en het gevaar van uitbraak van besmettelijke ziektes is levensgroot”, zegt ds. Dino Touthang, directeur van ontwikkelingsorganisatie Eficor.
Touthang was vrijdag in Nederland om het nieuwe gebouw van de stichting Tear in Zeist te openen. Eficor werkt samen met Tear om de situatie in India te verbeteren.Door constante regenbuien zijn de Indiase rivieren buiten hun oevers getreden en zakt het waterpeil niet. Touthang vermoedt dat de klimaatverandering ertoe heeft bijgedragen dat de jaarlijkse overstromingen in Zuidoost-Azië deze keer zo fors zijn. „Voor de meeste mensen is het de ergste wateroverlast die ze in hun leven hebben meegemaakt”, aldus Touthang.
Het zwaarst getroffen deel van India is de staat Bihar, dat vlak aan de kust ligt. De wateroverlast heeft hier inmiddels aan 539 mensen het leven gekost. Vijftien miljoen mensen zijn dakloos. Ruim 6000 dorpen staan onder water, meer dan 70.000 huizen zijn geheel of gedeeltelijk geruïneerd en 1 miljoen hectare landbouwgrond is verwoest. „Elk jaar worden in het regenseizoen bepaalde delen in Bihar getroffen, maar deze keer is het overstromingsgebied vele malen groter. Gebouwen waarin de slachtoffers normaal gesproken onderdak vonden, zijn nu volledig ondergelopen”, aldus Touthang.
De slachtoffers van de wateroverlast zijn geëvacueerd naar vluchtelingenkampen opgezet door internationale hulporganisaties. „Vanwege beperkte ruimte in de kampen bivakkeren de meeste mensen op hogergelegen delen langs wegen en spoorlijnen.”
Eenmaal veilig voor het water, dreigen er andere gevaren. „De grootste problemen vormen de sanitaire voorzieningen en schoon drinkwater. Er is vaak niet genoeg zuiver water en er zijn geen toiletten”, aldus Touthang. De kans op levensbedreigende ziektes als cholera, dysenterie en diarree is hierdoor erg groot. „Door met niet-gouvernementele organisaties en andere internationale hulpinstanties samen te werken, willen we een epidemie voorkomen”, zegt Touthang.
Hoewel er wordt samengewerkt, zet de Indiase overheid zich hiervoor te weinig in volgens Touthang. „Met name op het gebied van preventie laat de regering in New Delhi het afweten. Wij zouden graag zien dat de regering gelden vrijmaakt voor trainingen en rampoefeningen, zodat mensen zelf zich behoorlijk op een ramp kunnen voorbereiden.”
Ook het rijke deel van India heeft geen belang bij media-aandacht voor deze ramp. „Er zijn twee India’s. Het eerste is het groeiende India, dat zichzelf graag presenteert als een opkomende natie, een regionale en nucleaire grootmacht. In dat beeld passen geen zaken als armoede en overstromingen. Het tweede India is het arme deel, dat onze hulp hard nodig heeft.”
Op internationaal niveau is er evenmin aandacht voor de crisissituatie, vindt Touthang. „Een overstroming in India gebeurt jaarlijks en is daarom geen nieuws meer. Een kwestie als Irak is veel interessanter.”