Juliana stond graag aan het roer
Dertig jaar lang heeft hij gevaren voor de koninklijke familie. „Juultje keek graag over mijn schouder mee. Aanwijzingen geven, hè?” Kapitein H. Bijleveld van de Piet Hein grijnst. „Ze had er verstand van.”
De jachten van de koninlijke familie zijn in het nieuws. Defensie heeft jarenlang het onderhoud van het motorschip Piet Hein en het zeilschip De Groene Draeck betaald. De schepen werden onder handen genomen op de rijkswerf in Den Helder. De Tweede Kamer heeft onlangs vragen gesteld over de financiering. Aan De Groene Draeck is in twee jaar tijd 4 ton verspijkerd, in een periode waarin de krijgsmacht moet schrapen om rond te komen.De Nederlandse bevolking bood de Piet Hein precies zeventig jaar geleden aan als nationaal huwelijksgeschenk aan prinses Juliana en prins Bernhard. Het vaartuig, nog altijd eigendom van de koninklijke familie, wordt sinds 1980 beheerd door de Stichting tot Exploitatie van de Piet Hein.
De staat draagt niet meer bij aan de onderhoud van het schip, vertelt vrijwilliger W. P. Spuybroek aan boord van de Piet Hein. „Alles wordt gedaan door vrijwilligers. Alleen voor het onderhoud aan de motoren komt er een dealer.” Verschillende maritieme bedrijven houden het prinsenjacht in de vaart.
Bunkeren
Een grijze rookpluim stijgt op uit de schoorsteen. De Piet Hein trilt. De twee DAF DK 1160M-motoren van elk 210 pk zetten het ranke vaartuig in de Eemhaven in Rotterdam langzaam in beweging. „We moeten even bunkeren”, meldt Spuybroek. Bunkeren betekent niet zomaar een slok diesel tanken. Nee, de Piet Hein vaart zwavelarm.
Het jacht is sinds 1937 vrijwel onveranderd gebleven. Sober en stijlvol. De koninklijke kooien zijn nog altijd afgetimmerd met gepolitoerd perenhout en de zitsalon is nog immer gevuld met de originele groen gestoffeerde Rietveldfauteuils. In de kasten van de eetsalon op het voordek staat het authentieke servies.
Het voorschip biedt ruimte aan zeven bemanningsleden, het middenschip aan de koninklijke familie en in het achterschip is plaats voor (buitenlandse) gasten, staatshoofden of regeringsleiders. Achterin bevindt zich een wc met douche, zó klein en zó laag dat gasten waarschijnlijk niet veel verder kwamen dan wat poedelen. Prinses Juliana en prins Bernhard sliepen aan boord altijd in stapelbedden.
Historie
Het privéjacht van de koninklijke familie kent een enerverende historie. In de oorlogsjaren hebben de Duitsers de Piet Hein geconfisqueerd en ingezet als commandocentrum voor de Luftwaffe. Kort na de Bevrijding kwam de boot zwaar verwaarloosd boven water in Hamburg. Twee jaar na de oorlog namen de Oranjes het prinsenjacht opnieuw in gebruik voor officiële gelegenheden.
Tijdens de watersnoodramp van 1953 kreeg het vaartuig de taak drenkelingen te evacueren. De leeftijd van het schip begon in de jaren tachtig haar tol te eisen. In 1985 gaf de Rekenkamer Soestdijk het advies niet langer actief gebruik te maken van het jacht. De Piet Hein bleef koninklijk bezit, maar ging varen onder de vlag van een stichting. Het maritiem jeugdwerk maakt er dankbaar gebruik van.
Het geheel geklonken royal jacht -31 meter lang en 5,5 meter breed- weegt 138 ton. Met een topsnelheid van 21 kilometer per uur is het motorschip redelijk snel. De diepgang bedraagt 1,65 meter, door wat wettelijk vereiste aanpassingen iets meer dan de oorspronkelijke 1,54 meter. Voorwaarde voor de bouw van het privéjacht in 1937 was dat het zo veel mogelijk Nederlandse wateren zou kunnen aandoen. Het schip voer jarenlang net zo gemakkelijk naar Steenwijk als naar Den Bosch.
Na de overdracht aan de stichting Piet Hein in 1980 heeft Juliana nog één keer een bezoek gebracht aan het schip. Daarbij trok ze alle kastjes open om te controleren of er iets was veranderd, schrijft Wim Geneste in een jubileumboek over zestig jaar Piet Hein.
Kielhalen
Het ranke, witte vaartuig glimt in de zon, de kapitein loopt rond met een gezicht als een onweerswolk. Alsof hij elk moment iemand wil kielhalen. De bonkige stuurman -grijze baard, marineblauwe broek- is ontstemd. De catering is te laat, het bunkeren verloopt moeizaam en er zit viezigheid op het dek. Bovendien was hij niet op de hoogte van het bezoek. Een haai op zijn trui voorspelt weinig goeds. „Ik zeg niks”, gromt hij.
Geruime tijd later ontdooit hij. Met bewondering spreekt de zeeman over zijn Piet Hein. „Het is méér dan een stuk staal. Met een auto heb ik niets, maar met dit schip heb ik alles. Het is niet onder woorden te brengen. Het blijft een koninklijk jacht. Dat moet je eerbiedigen.”
De koninklijke familie was vooral in de zomermaanden onderweg, vertelt Bijleveld. „Het ene jaar naar het noorden, het andere jaar naar het zuiden.” Koningin Juliana nam graag een kijkje in de stuurhut om aanwijzingen te geven. „De Oranjes zijn waterratten.” Volgens Bijleveld was het altijd „een gezellige boel” aan boord.
De meningen over het motorjacht zijn verdeeld. De een vindt het een oude schuit, de ander staat erbij te zwijmelen. „Wij vinden het een eer om met de Piet Hein te varen”, verklaart Spuybroek. In 1999 heeft het onderwaterschip een grote restauratie ondergaan. „Ik stond te dansen toen ik ’m in het dok zag liggen.”