Zwart, grijs en soms appeltjesgroen
De populariteit van lederen auto-interieurs stijgt. Behalve airco en een tomtom staat leer steeds vaker op de verlanglijst van de Nederlandse automobilist. Het materiaal heeft een luxe uitstraling en is comfortabel, vindt Ernst Libourel van Cabarra. „In tegenstelling tot die verschrikkelijke stoffen bekleding.”
Tik de woordencombinatie ”lederen bekleding auto” in op Google en het is 348.000 keer raak. Leer in de auto blijkt geen zeldzaamheid. Op dit moment wordt in Nederland zo’n 5 procent van de nieuwe vierwielers met een lederen interieur afgeleverd, weet Ernst Libourel, directeur van Cabarra. „De verwachting is dat dit percentage binnen vijf jaar op 12 ligt.”Het bedrijf spint garen bij de toenemende belangstelling voor het product. „In ons eerste jaar, 2003, voorzagen we per week zo’n vijf auto’s van leren bekleding. Tegenwoordig nemen we wekelijks circa honderd voertuigen onder handen. En de rek is er nog lang niet uit.”
Cabarra werkt intensief samen met het Griekse bedrijf AUTOsTOP SA, dat de Griekse markt bedient. Met 35 werknemers is de onderneming naar eigen zeggen Nederlands grootste specialist op het gebied van lederen auto-interieurs. Behalve Cabarra zijn er nog 2 grote en zo’n 190 kleinere spelers actief op deze markt.
Het 11.000 vierkante meter grote bedrijfsterrein in Arnhem is omgeven door een hoog hek. Daarachter staan honderden auto’s te wachten op een gedaanteverwisseling. Vooral Auditypes, maar ook tientallen Fords Ka en een verdwaalde Kia Sorento, een Chrysler PT Cruiser en een Volkswagen Golf.
Het gros van de Nederlanders kiest voor stof in de auto. Dat leer met stof kan wedijveren, is voor Libourel echter een uitgemaakte zaak. „Kijk naar het gemiddelde stoffen auto-interieur. Verschrikkelijk toch? Zoiets wil ik ook niet in mijn huiskamer hebben. Toch houden veel mensen het bij stof, terwijl ze meer tijd in hun auto doorbrengen dan thuis op de bank.
Leer heeft uitstraling, is beleving. Neem alleen al de geur. Verder vermeerdert het de waarde van de auto.”
Is leer niet iets voor patsers?
„Steeds meer consumenten vallen op aparte dingen en hebben de behoefte zich te onderscheiden. Er zijn mensen die met een lederen auto-interieur willen scoren in hun omgeving, maar wat mij betreft is dat niet zo relevant. Leer is comfortabel, het zit lekkerder tegen je lijf dan stof. Een goede kwaliteit leer ademt en zorgt niet voor plakkerige toestanden. Het product staat garant voor een schoner interieur. Mors je iets op stof, dan trekt dat erin. Bij leer volstaat afvegen met een doekje. Vuil geworden leren bekleding kun je reinigen met water en groene zeep. Om het materiaal mooi en soepel te houden, is het raadzaam het een keer per jaar in te vetten.”
Een leren auto-interieur en een gezinsauto lijkt me een slechte combinatie.
„Ik heb zelf een drieling. Onze kinderen hebben zich echt niet als lieverdjes gedragen om het leer te sparen. Bij normaal gebruik kan de bekleding veel hebben, maar het is natuurlijk niet bestand tegen schroevendraaiers of messen. Overigens zijn beschadigingen goed te repareren.”
Welk prijskaartje hangt aan een lederen interieur?
„Wij bieden drie soorten leer aan: Monza, leer gecombineerd met kunstleer, het luxueuzere Wimbledon en Autoluxleder van Jonathan Connolly. Connolly was van oudsher de leverancier van merken als Rolls Royce en Aston Martin. Leren bekleding voor een vijfzitter kost afhankelijk van het gekozen materiaal 1200 tot 4000 euro. Dit omvat het complete pakket: stoelen, hoofdsteunen, deurpanelen, de pook en de handremhoes.
We bekleden voornamelijk nieuwe en jong gebruikte auto’s, maar ook het opfrissen van een klassieker behoort tot de mogelijkheden. De tijd dat leer voorbehouden was aan de directeur is voorbij. In de praktijk bestrijken we de klasse van de Ford Ka tot die van de Mercedes E. We doen dit overwegend voor importeurs en dealers. Het aantal particulieren dat aanklopt, ligt onder de 1 procent. Veel mensen weten niet dat het achteraf aanbrengen van een lederen bekleding mogelijk is. Én dat dit goedkoper is dan leer af fabriek.”
Is dat niet het paard achter de wagen spannen? Een nieuwe auto met bekleding aanschaffen en die stof er vervolgens weer uit laten slopen ten behoeve van leer?
„Nee, het is namelijk fiscaal aantrekkelijk om leer achteraf aan te brengen. Wanneer een (nieuwe) auto op kenteken staat, wordt lederen bekleding niet fiscaal bijgeteld en hoeft er geen bpm over dergelijke extra’s te worden betaald. Verder heeft de klant de mogelijkheid het interieur naar eigen inzicht samen te stellen.”
Libourel gaat voor naar de bedrijfshal. Werknemers strippen er een Audi A4 -„we doen daar vijftien minuten over”- en zetten stoelen en deurpanelen bij soortgelijke onderdelen, afkomstig uit andere auto’s van dit type. Een collega verwijdert de stoffen bekleding. Een volgende brengt het leer aan, materiaal afkomstig uit Engeland of Italië en in de Griekse zusterfabriek genaaid en gestikt. „Afhankelijk van het type neemt dit acht tot zestien uur in beslag.”
De nieuwbakken interieurs ogen stemmig. „Niet erg spannend. Klanten durven qua kleurstelling niet echt te experimenteren”, erkent de Cabarradirecteur. „De meeste mensen kiezen voor zwart, grijs of beige. Ook reebruin lijkt een trend te worden. Een enkele keer komt rood voorbij en soms knalgeel of appeltjesgroen. Klanten zijn ook huiverig om twee kleuren te combineren, mede uit angst dat hun auto minder waard is bij inruil. Dit is echter niet het geval.”
Waar komt de koeien-Ka dan vandaan?
„Die Ford Ka met het design van de wit-met-zwartgevlekte koeienhuid is een door ons ontworpen special edition. Importeurs of dealers vragen regelmatig een gelimiteerd model te bedenken of komen zelf met een idee. Momenteel bekleden we op verzoek van een Brabantse dealer tien Ka’s met zadelleer. Dat zijn leuke projecten.”
„Deze maand ronden we een project af dat we in samenwerking met Ford en de afdeling modevormgeving van de Arnhemse academie voor beeldende kunsten hebben opgezet. Zeventien groepen van elk drie studenten mochten een ontwerp voor het lederen interieur van een Ford Ka leveren. Het winnende team gaat naar de AUTOsTOP SA in Griekenland om het idee te realiseren. De marketingafdeling van de autofabrikant beslist of het model echt in productie genomen wordt.”