Unicef noemt dit in een verklaring „historisch” en „een solide vooruitgang voor de overlevingskansen van kinderen.” Het is voor het eerst dat Unicef een kindersterfte registreert van minder dan 10 miljoen kinderen. In 1990 overleden bijvoorbeeld nog 13 miljoen jonge kinderen.Het kinderfonds constateerde een snelle daling van de kindersterfte in Latijns-Amerika, het Caraïbisch gebied, Centraal- en Oost-Europa, de voormalige Sovjetrepublieken, het Verre Oosten, het Stille Zuidzeegebied en zelfs in delen van Afrika.

„Meer kinderen dan ooit tevoren overleven. En nu moeten we verder bouwen met de behaalde successen in de volksgezondheid en streven naar het bereiken van de Millennium Ontwikkelings-doeleinden (mdg’s)”, aldus Unicef-directeur Ann Veneman. De internationaal afgesproken doeleinden beogen onder meer het terugdringen van de kindersterfte tussen 1990 en 2015 met 66 procent.

Het verlies van 9,7 miljoen kinderen blijft onaanvaardbaar. De meeste sterfgevallen zijn te voorkomen en behaalde successen bewijzen dat er meer bereikt kan worden, meent Veneman.

Unicef schrijft de winst toe aan de grootschalige toepassing van gezondheidsmaatregelen, zoals inenting tegen mazelen en het gebruik van een klamboe om malaria te voorkomen, betere toegang tot schoon drinkwater en goede behandeling van ondervoeding, hiv/aids en longontsteking.

Van de 9,7 miljoen kinderen die stierven in 2006, komen er 3,1 miljoen uit Azië en 4,8 miljoen uit Sub-Sahara Afrika.