„Europa heeft geleerd van ruzie met VS over Irak”
BRUSSEL/DEN HAAG - De Europese landen hebben de „les van Irak” goed geleerd. In de ontwikkelingen rond Iran kijken ze wel uit opnieuw de confrontatie met de Verenigde Staten aan te gaan. Maar zolang er geen goed Europees leger staat, blijft de buitenlandse politiek van de EU ongeloofwaardig.
Arnout Molenaar (1974) behoort „tot de hoopvollen” die blijven verlangen naar gezamenlijkheid in het Europese buitenlandse beleid. In zijn boek ”(Dis)Organising European Security” (uitgegeven door Atlantische Commissie, Den Haag), dat hij vanmiddag presenteert, zet hij op een rijtje welke hobbels er zijn.Harde voorwaarde om tot een goed EVDB (Europees Veiligheids- en Defensiebeleid) te komen, is een eenduidige visie op de rol van Amerika. „Als je het daar niet over eens raakt, kun je het vergeten. Dat heeft de crisis rond Irak ons geleerd.”
Irak heeft een terugkerend probleem tussen de Verenigde Staten en Europa blootgelegd, denkt Molenaar, die als defensieambtenaar werkt op de Nederlandse vertegenwoordiging bij de EU. „De Amerikanen hebben een andere kijk op dictatoriale regimes. Zij kiezen er eerder voor die te confronteren met militaire kracht. De Britten sluiten zich daar vaak bij aan. Veel Europese landen zoeken andere manieren om dictaturen te verzwakken.”
Molenaar zelf wil geen keus maken tussen die twee benaderingen. „Je moet een beetje van allebei hebben. Met de Europese manier boek je vaak te weinig resultaat. Maar als de Amerikanen te drammerig worden, kan het middel ook erger zijn dan de kwaal. Irak heeft dat aangetoond. Het was goed dat Bush zei dat Saddam niet langer VN-resoluties naast zich mocht neerleggen. Maar achteraf had hij toch meer doordacht te werk moeten gaan.”
Hoe verklaart u het conflict tussen de Atlantische partners?
„Europa en Amerika kijken heel verschillend naar de wereld. De VS hebben wereldwijd belangen en garanderen voor veel landen de veiligheid. Europa heeft een relatief beperkte blik.”
„Alle landen hebben ook een eigen erfenis. Onder president Wilson leverden de VS honderd jaar geleden een grote impuls aan internationale instellingen. Europa heeft dat pas na de Tweede Wereldoorlog overgenomen. Maar de Amerikanen behielden zich wel het recht voor zelfstandig op te treden.
Verder zie je vooral bij Frankrijk de behoefte Europa uit te bouwen tot een tegenwicht voor Amerika.”
Als de Irakcrisis een terugkerend probleem laat zien, kunnen Europa en de VS dus opnieuw ruzie krijgen.
„Nee, daarvoor was Irak te uniek. In de VS werd de aanval op Irak gezien als een directe verdediging tegen de terreuraanslagen. Bovendien zweepten de extremen elkaar op. De Britten schaarden zich achter de Amerikanen. Maar bondskanselier Schröder kwam -in de verkiezingstijd- juist heftig op tegen de oorlogsplannen. En de Fransen gingen weer achter de Duitsers staan. Zo werd het een heel heftige storm, die zich niet zomaar herhaalt.”
„Belangrijk hierbij is ook dat er inmiddels weer een nieuwe generatie leiders zit: Merkel, Sarkozy en Brown. En ook Bush is alweer op terugtocht.”
Dus geen Irancrisis?
„Dat pakt Europa in elk geval heel anders aan. Enerzijds wil men de fouten van Irak vermijden. Maar met Iran hebben we ook concrete feiten in plaats van vermoedens. Het land streeft openlijk naar een nucleair programma.”
Molenaar zwijgt even en vervolgt dan: „Of er voor Iran een militaire oplossing is, weet ik niet.”
Waar ligt de oplossing dan wel?
„Dat weet ik niet. Als ambtenaar wil ik er liever ook niet te veel over zeggen.”
Hoe staat het met de opbouw van het Europese militaire apparaat?
„De EU heeft duidelijk een gebrek aan militair vermogen. De geschiedenis van de Balkan heeft ons geleerd dat dat de geloofwaardigheid van ons buitenlands beleid ondergraaft.”
„Binnen de NAVO zien we het verschil tussen Amerika en Europa heel sterk. Op allerlei gebied loopt Europa achter. De oplossing is niet zozeer meer geld aan defensie te besteden, maar wel door samenwerking met anderen grotere kracht te bereiken.”
„Vergeet echter niet dat de EU al heel veel doet. We hebben militairen in Bosnië en ondernemen civiele missies in Congo, Afghanistan en wellicht Kosovo. De EU levert dus een actieve bijdrage aan de wereldvrede. Maar het moet nog groeien. Dat is duidelijk.”
Is er onder de 27 EU-lidstaten voldoende samenhang om tot gezamenlijk beleid te komen?
„Ik hoop het, maar het zal heel veel praten en onderhandelen vereisen.”
Welke rol is daarin voor Nederland?
„In mijn boek komt het woord Nederland niet voor. Ik beperk me tot de vier grote Atlantische partners: De VS, Groot-Brittannië, Duitsland en Frankrijk. In het spel tussen hen is Nederland niet relevant. Zij zijn de leidende mogendheden.”