Kosovo nieuwe splijtzwam EU
De strijd om Kosovo nadert zijn climax. Tot 10 december hebben Belgrado en Pristina de tijd om het eens te worden over de toekomst van de Servische provincie, die onder VN-bestuur staat sinds NAVO-bombardementen in 1999 een einde maakten aan het etnische geweld tussen Serviërs en Albanezen. Op die dag moet een trojka van bemiddelaars uit de VS, Rusland en Europa het eindresultaat van de onderhandelingen presenteren aan VN-secretaris-generaal Ban Ki Moon. Komt er geen akkoord, dan dreigt een nieuwe splijtzwam de internationale gemeenschap én de EU te verdelen.
Centraal in het overleg staat het voorstel van VN-gezant Martti Ahtisaari. De Fin is voorstander van een onafhankelijk Kosovo onder internationaal toezicht. Daarnaast voorziet zijn plan in verregaande bevoegdheden voor de Servische minderheid.De kans dat de Serviërs en Albanezen er voor 10 december uitkomen, is nihil. Voor Belgrado is iedere oplossing bespreekbaar behalve volledige onafhankelijkheid; de Albanezen daarentegen willen niets minder dan dat laatste. Gesprekken die sinds dit voorjaar in Wenen worden gevoerd, hebben beide partijen geen millimeter dichter tot elkaar gebracht. Servië weet zich gesteund door Rusland, dat heeft aangegeven een stemming in de VN-Veiligheidsraad over volledige onafhankelijkheid voor Kosovo met een veto te zullen blokkeren, de Albanezen wachten vrolijk de datum van 10 december af, om daarna hoogstwaarschijnlijk eenzijdig de onafhankelijkheid uit te roepen - daarbij rekenend op de steun van de VS.
De verwachting is dat de Amerikanen de Albanezen niet zullen teleurstellen. Washington, dat inzake buitenlandse politiek sowieso geen fijnbesnaardheid kan worden verweten, krijgt al langer het verwijt het Albanese onafhankelijkheidsvuur aan te wakkeren. Bovendien verklaarde de Amerikaanse onderminister voor Europa en Azië, Kurt Volker, afgelopen vrijdag tegenover het Franse persbureau AFP dat zijn land de onafhankelijkheid van Kosovo zal erkennen als het overleg in Wenen mislukt.
Het is dan ook niet denkbeeldig dat na 10 december het ”Irakscenario” zich zal herhalen: de VS vóór, Rusland tegen, de VN buiten spel, en -last but not least- Europa verdeeld. Want hoewel de EU-ministers van Buitenlandse Zaken afgelopen weekeinde in het Portugese Viana do Castelo als uit één mond verklaarden dat de EU eensgezind is als het gaat om Kosovo, weet iedereen dat die eensgezindheid niet verder reikt dan de opvatting dat Serviërs en Albanezen er samen uit moeten komen.
Gaat het om de vraag wat er moet gebeuren als de onderhandelingen mislukken, dan zijn de meningen verdeeld. Landen als Spanje, Roemenië, Slowakije en Cyprus, die zelf minderheden binnen hun grenzen hebben, voelen er weinig voor dat Kosovo zich zonder instemming van Belgrado afscheidt. Zij beseffen terdege dat de VN een gevaarlijk precedent scheppen als zij ermee instemmen de grenzen van een soevereine staat tegen diens wil in te veranderen.
EU-lidstaten als Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië, die geen last hebben van conflicten met minderheden, hebben meer begrip voor het standpunt van de Albanezen. Zij vinden dat na het NAVO-ingrijpen van 1999 Kosovo onmogelijk weer onder het gezag van Belgrado kan worden geplaatst.
Hoewel EU-buitenlandcoördinator Javier Solana in Portugal stoer beweerde dat „Kosovo een Europese aangelegenheid” is en dat Europa „vastbesloten” is „de eenheid te bewaren”, heeft het er alle schijn van dat niet de EU maar de VS en Rusland de afloop van de Kosovocrisis zullen bepalen. Net zoals bij de Irakoorlog. Met dit verschil dat de problemen op het bord van de EU blijven liggen. Dat Brussel nog decennialang zal zijn opgezadeld met het crisismanagement aan de zuidoostflank van Europa, is immers wel duidelijk.
Reageren? buza@refdag.nl.