Bidden
Zullen wij genade bij God ontvangen, dan is het ook de plicht van een christen om niet te vertragen, maar te volharden in het gebed. Hij moet bidden zonder ophouden. Paulus spoort aan om te volharden in het gebed. Al schijnt het ons toe dat God onze gebeden niet verhoort en niet terstond tot onze hulp neerdaalt, toch moeten wij echter niet verflauwen. We moeten in het gebed blijven en de Heere niet loslaten voordat Hij ons gezegend heeft, gelijk de worstelende Jakob deed.
Ziehier ook het voorbeeld van Mozes, die zich veertig dagen en veertig nachten neerwierp voor het aangezicht van de Heere om te bidden voor Israël. Wat zal ik van Jezus onze grote Voorbidder Zelf zeggen? Bad Hij niet driemaal achtereen hetzelfde gebed, met dezelfde woorden toen Hij de pers van Gods toorn moest treden in Gethsemane? „Vader, indien het mogelijk is zo laat deze drinkbeker van Mij voorbijgaan.” Ja, bidt Hij niet nog altijd voor Zijn gunstgenoten?Daarom moeten wij Zijn heilig voorbeeld daarin navolgen en Zijn lessen in acht nemen, die Hij ons in die merkwaardige gelijkenis van die smekende weduwe bij de goddeloze rechter thans zo duidelijk voorschrijft. Met een krachtig slot dringt Hij aan, zeggende: dat men altijd bidden moet en niet vertragen (Lukas 18:1).
Wilhelmus Themmen, predikant te Arnhem (Nuttige samenspraken, 1736)