Buitenland

Bush: Weinig tijd rest Saddam nog

In de resolutie over Irak van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zal sprake zijn van „dagen en weken” en niet van „maanden” om te voldoen aan de eisen van de VN. Dat heeft de Amerikaanse president Bush vrijdag gezegd.

Buitenlandredactie
13 September 2002 22:52Gewijzigd op 13 November 2020 23:48
USS ABRAHAM LINCOLN - President Bush liet vrijdag weten dat Irak weinig tijd meer rest om aan een Amerikaanse aanval te ontkomen. De bemanning van het Amerikaanse vliegdekschip USS Abraham Lincoln laat op een originele manier weten klaar te zijn voor de m
USS ABRAHAM LINCOLN - President Bush liet vrijdag weten dat Irak weinig tijd meer rest om aan een Amerikaanse aanval te ontkomen. De bemanning van het Amerikaanse vliegdekschip USS Abraham Lincoln laat op een originele manier weten klaar te zijn voor de m

Bush en minister van Buitenlandse Zaken Powell verwachten dat in de VN-resolutie duidelijk een datum komt te staan waarop Irak zich aan de wil van de internationale gemeenschap moet hebben onderworpen. Bush zei nog wel te hopen, maar er sterk aan te twijfelen dat de Iraakse president Saddam Hussein de ontwapeningseisen van de VN en de VS zal inwilligen. „Hij heeft daar elf jaar de tijd voor gehad”, aldus Bush. In zijn toespraak tot de VN had Bush er daarom donderdag bij de organisatie op aangedrongen eindelijk eens tegen Irak op te treden.

Secretaris-generaal Kofi Annan leek Bush in zijn toespraak tegemoet te komen. Hij zei dat als Irak blijft weigeren om weer wapeninspecteurs toe te laten, „de Veiligheidsraad zijn verantwoordelijkheid moet nemen.”

De twijfels van Bush werden versterkt door uitspraken van de Iraakse vice-premier Tareq Aziz. Die verwierp in een interview met een Arabische televisiezender de mogelijkheid dat Irak onvoorwaardelijk weer wapeninspecties zal toelaten. Volgens hem zou de terugkeer van wapeninspecteurs de VS toch niet weerhouden van een militaire aanval. Aziz tekende er wel bij aan dat de leiders van het land de Iraakse positie nog gezamenlijk moeten bepalen.

Voor Washington is de weigering van Irak om in te stemmen met de onvoorwaardelijke terugkeer van wapeninspecteurs een bewijs dat het regime van Saddam Hussein iets heeft te verbergen. Dat zei woordvoerder Fleischer van het Witte Huis in reactie op de uitlatingen van Aziz.

Eerder op de dag had Aziz tijdens een radio-interview gezegd dat als de VS Irak aanvallen, Bagdad Washington „een lesje zal leren.” „Wij hebben de capaciteiten om ons vaderland te verdedigen en de middelen om dat te doen”, aldus de Iraakse vice-premier.

President Mubarak van Egypte heeft de Iraakse regering opgeroepen de kans te grijpen die Bush heeft geboden. In een interview met het Egyptische staatspersbureau MENA riep hij Bagdad op alle relevante resoluties van de Veiligheidsraad uit te voeren en in te stemmen met de onmiddellijke terugkeer van de wapeninspecteurs. Daarmee zou Irak volgens Mubarak een escalatie van het conflict en de gevaarlijke consequenties ervan vermijden.

Mubarak en koning Abdullah II van Jordanië en de Saoedische kroonprins Abdullah bin Abdul-Aziz hebben inmiddels besloten om gezamenlijk de druk op Saddam Hussein op te voeren om aan de resoluties te voldoen, zo meldde de Egyptische krant al-Akhbar. Zij zouden elkaar binnen enkele dagen treffen in de kustplaats Sharm al-Sheikh in Egypte. Secretaris-generaal Amr Moussa van de Arabische Liga stelde dat het aan de VN-Veiligheidsraad is om een oplossing voor de kwestie Irak te vinden, maar dat de Arabische landen daar graag een bijdrage aan willen leveren.

Ook op Bush wordt internationaal druk uitgeoefend om de kwestie Irak zonder oorlog op te lossen. Bush werkt daarvoor nu nog wel samen met de VN, maar de nieuwe resolutie is wat hem betreft wel de allerlaatste kans voor Saddam Hussein om een militaire aanval te voorkomen.

Amnesty International heeft Bush er vrijdag van beschuldigd haar rapporten over Irak „selectief” te gebruiken. „Alweer worden de mensenrechten in een land selectief gebruikt om een militaire actie te legitimeren”, aldus een verklaring vrijdag. Toen Amnesty voorheen aan de bel trok over de situatie in Irak, gaf niemand thuis, aldus de organisatie. „De VS en andere westerse landen negeerden onze rapporten over schending van mensenrechten in Irak tijdens de oorlog tussen Irak en Iran. Net als onze campagne voor de duizenden, ongewapende Koerden die in 1988 in Halabja zijn gedood.” Bij een aanval door de Iraakse luchtmacht met chemische wapens op het stadje Halabja kwamen toen zeker 4000 burgers om.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer