Een jaar geleden had een meerderheid van de Tweede Kamer er juist op aangedrongen iets te doen aan de pensioenopbouw van zelfstandigen. Vooral door het toenemende aantal werknemers dat voor zichzelf begint als zelfstandige zonder personeel (zzp’er), zei onder meer de PvdA te vrezen dat een groeiend aantal mensen in Nederland onvoldoende pensioen opbouwt.Toenmalig minister De Geus wees destijds op bestaande mogelijkheden voor zelfstandigen om pensioen te sparen bij verzekeraars en door het opzetten van een onderling waarborgfonds. Wel zegde hij toe serieus te laten onderzoeken hoe zzp’ers die voorheen in loondienst werkten, kunnen meeprofiteren van het belastingvriendelijke regime dat geldt voor werknemers die sparen via een gezamenlijk pensioenfonds.

Zo heeft het kabinet onderzocht of ex-werknemers die voor zichzelf zijn begonnen niet drie jaar maar tien jaar lang pensioen mogen opbouwen bij hun oude bedrijfstakpensioenfonds, met alle fiscale voordelen van dien. Maar dat blijkt in strijd met regels voor gelijke behandeling. Andere zelfstandigen, die niet vanuit loondienst met een eigen zaak beginnen, hebben die voordelen namelijk niet.

Het kabinet constateert verder dat zelfstandigen vaak zelf onvoldoende belangstelling hebben voor hun oudedagsvoorziening. Daarom is volgens het kabinet voor organisaties van zelfstandigen een belangrijke rol weggelegd bij het vergroten van het bewustzijn over pensioenen bij hun achterban.

Het Platform Zelfstandige Ondernemers erkent dat die „pensioenbewustheid” gering is. Maar het vindt het flauw dat het kabinet geen fiscale voorzieningen treft voor zelfstandigen die via individuele verzekeringen hun pensioen regelen.