HRW: Israël niet zorgvuldig tijdens oorlog Libanon
JERUZALEM - De meeste burgerslachtoffers in de Libanonoorlog van vorig jaar zijn veroorzaakt door lukrake Israëlische beschietingen en de Libanese Hezbollah heeft, in strijd met wat door Israël wordt beweerd, burgers niet of bijna niet als schild misbruikt.
De mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch heeft dit donderdag in een nieuw rapport gesteld.Er vonden ruim duizend Libanezen de dood in het 34 dagen durende conflict, dat uitbrak nadat Hezbollahstrijders Noord-Israël waren binnengevallen en drie Israëlische militairen hadden gedood en twee ontvoerd. De twee worden nog altijd vastgehouden.
HRW beschuldigt ook Hezbollah van onzorgvuldige beschietingen van burgerdoelen. De guerrillaorganisatie vuurde bijna 4000 raketten af op Noord-Israël, waardoor veertig Israëlische burgers de dood vonden. Aan de zijde van het Israëlische leger sneuvelden 119 militairen.
De Israëlische luchtmacht richtte zich op de Libanese infrastructuur en vernietigde veel bruggen en Beirut Airport. Ook werd een sjiitische wijk in Beiroet, die bekendstond als een Hezbollahbolwerk, in puin gelegd. Verder werden veel dorpen in Zuid-Libanon beschoten. Israël zegt dat het noodzakelijk was civiele doelen te bestoken, omdat Hezbollah in dorpen en steden verspreid in Zuid-Libanon raketlanceerders had opgesteld en zich achter burgers verschool.
HRW stelt nu dat Hezbollah zich, in tegenspraak tot wat Israël zegt, vrijwel onmiddellijk na het uitbreken van de vijandelijkheden uit de dorpen terugtrok. Volgens HRW-directeur Kenneth Roth was het „zeldzaam” dat Hezbollah opereerde in of vanuit dorpen. „Integendeel, zodra de oorlog begon verlieten de meeste Hezbollahstrijders en zelfs veel politieke functionarissen de dorpen.”
Hezbollah gebruikte voor de beschietingen op Israël vooraf in gereedheid gebrachte stellingen buiten de dorpen en stedelijke gebieden, in de valleien en heuvels van Zuid-Libanon, aldus HRW. De meeste wapens waren opgeslagen buiten gebieden waar zich burgers ophielden. Slechts in twee gevallen werd mogelijk gebruikgemaakt van VN-posities in de heuvels, maar die vereisen verder onderzoek.
Het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken verwerpt de bevindingen. Woordvoerder Mark Regev herhaalde dat Hezbollah „zich opzettelijk verschool achter de burgerbevolking en burgers in Libanon als menselijk schild misbruikte.”
HRW zegt 94 Israëlische luchtaanvallen te hebben onderzocht, waarbij 510 burgers en 51 strijders de dood vonden. De organisatie erkent dat Israël burgers vooraf waarschuwde wanneer zou worden gebombardeerd, maar constateert dat bij de beschietingen zelf geen onderscheid werd gemaakt tussen strijders en burgers. Ook hield Israël geen rekening met „zieken, bejaarden, arme of angstige mensen die waren achtergelaten.”
Op iedere beweging in dorpen of van voertuigen werd gericht gevuurd, ook wanneer dorpelingen probeerden aan voedsel te komen of binnenshuis liepen. Er werd doelbewust geschoten op voertuigen met vluchtelingen, aldus HRW.
Roth erkende dat Hezbollahstrijders geen uniform dragen, waardoor het moeilijk was ze te onderscheiden van burgers. Hij stelde evenwel dat deze omstandigheid niet inhield dat het Israëlische leger het recht had dit onderscheid te negeren. Roth wees erop dat het oorlogsrecht in het geval van twijfel een strijdende partij gebiedt zich van vijandelijkheden te onthouden.
Het Israëlische leger zegt „te allen tijde” onderscheid te maken tussen burgers en strijders of militairen.