„Anti-apartheidstheologie heeft gereformeerde wortels”
AMSTERDAM - De gereformeerde visie op de Schrift is de belangrijkste voedingsbodem voor de anti-apartheidstheologie in de Nederduitse Gereformeerde Kerk in Zuid-Afrika.
Dat stelt de Zuid-Afrikaanse theoloog Christoff Pauw (1973), die vrijdagmorgen aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam promoveerde op de studie ”Anti-apartheid theology in the Dutch Reformed Family of Churches”.In zijn proefschrift onderzoekt Pauw de theologische visie van tegenstanders van de rassenscheiding in de zogenaamde Nederduitse Gereformeerde (NG) Kerkfamilie in Zuid-Afrika. Hiertoe behoren de (blanke) NG-Kerk, de (Indische) Reformed Church in Africa (RCA), de (kleurling) NG-Sendingskerk (NGSK) en de (zwarte) NG-Kerk in Africa (NGKA). De laatste twee kerken gingen in 1994 samen verder als de Verenigende Gereformeerde Kerk in Suider-Afrika (VGKSA).
Avondmaal
De rassenscheiding binnen de NG-Kerk stamt uit de negentiende eeuw, zegt Pauw. „Zendelingen verkondigden het Evangelie en stichtten afzonderlijke gemeenten voor de zwarte bevolking. Ook kwamen er aparte kerkgebouwen voor zwarte werklieden. Deze etnische scheiding werd echter niet ingegeven door bepaalde theologische opvattingen.”
Maar het kwam ook wel voor dat nieuwe gemeenten ontstonden omdat blanken niet met kleurlingen in één kerk wilden zitten. „De synode van 1857 kwam aan deze zwakheid, zoals ze het noemde, tegemoet. Blank en zwart mochten gescheiden avondmaal vieren. Dit was niet gewenst, maar wel toegestaan.”
Deze praktijk leidde aan het einde van de negentiende eeuw tot de stichting van een aparte kerk voor niet-blanke NG-leden. Pas later werd gezocht naar theologische argumenten om deze apartheid te rechtvaardigen, aldus Pauw. „De apartheidstheologen beriepen zich daarvoor op de Bijbel en de gereformeerde traditie. Ze wezen op de scheppingsorde en de geschiedenis van de toren van Babel: er zou een door God gegeven ordening zijn van aparte etnische groepen en volken.”
De apartheidstheologen baseerden zich ook op het werk van de Nederlandse theoloog Abraham Kuyper. Ze namen, enigszins aangepast, diens visie op de scheppingsorde en „soevereiniteit in eigen kring” over. „Etnische groepen moesten óók wat hun geestelijke ontwikkeling betreft gescheiden worden door hen in afzonderlijke kerken onder te brengen. De vooronderstelling was dat de leden van een etnische groep zich maximaal zouden ontwikkelen als ze onder alle omstandigheden -zowel politiek als kerkelijk- afgezonderd zouden worden van leden van andere etnische groepen.”
Bevrijdingstheologie
De bevrijdingstheologie, die vooral in Latijns-Amerikaanse landen populair is, heeft volgens Pauw maar een bescheiden rol gespeeld in het anti-apartheidsdenken in de NG-Kerk. Deze theologie, zegt hij, is vreemd aan de reformatorische traditie waarin het kerkverband staat.
De eerste theologen in de NG-Kerk die zich tegen de Bijbelse rechtvaardiging van apartheid en tegen rassenvooroordelen uitspraken, waren B. Marais en B. B. Keet in 1950. Ze benadrukten vooral de eenheid van de kerk. De enige maatstaf voor lidmaatschap van de kerk was geloof, vonden zij, en niet kleur of etniciteit
De vorig jaar overleden hoogleraar Willie Jonker vulde deze „ecclesiologische argumenten” aan met verwijzingen naar verzoening en gerechtigheid. „Critici van de apartheidstheologie vroegen aandacht voor wat de Schrift over het koninkrijk van God zegt. De heerschappij van Christus over alle levensgebieden en Zijn verzoeningswerk werd daarmee het centrale thema in de anti-apartheidstheologie.”
De gereformeerde Schriftvisie is volgens Pauw de belangrijkste voedingsbodem voor de anti-apartheidstheologie. Apartheid vormde een bedreiging voor het hart van het Evangelie. „In de anti-apartheidstheologie staat de christologie centraal. Het verzoeningswerk van Christus herstelt de verhouding tussen God en mens en tussen mensen onderling.”
Belhar
De belijdenis van Belhar uit 1986 ziet Pauw als een hoogtepunt in de anti-apartheidstheologie. De belijdenis bevat alle thema’s die daarin centraal staan: kerkeenheid, verzoening in Christus en Gods gerechtigheid. Toch blijft de belijdenis van Belhar omstreden binnen de NG-Kerk, aldus promovendus. „Veel mensen willen het houden bij de drie klassieke belijdenisgeschriften. Bovendien zien sommige kerkleden Belhar als een bedreiging voor hun identiteit. Het wás ook schokkend dat de NGSK, die de belijdenis aanvaardde, in 1982 de apartheidstheologie als ketterij veroordeelde.”
De NG-Kerkfamilie praat nu over hereniging. Struikelblok voor veel orthodoxe kerkleden is juist deze belijdenis van Belhar.
„Een goede oplossing zou zijn dat kerkelijke gemeenten zelf mogen beslissen of zij Belhar aanvaarden als vierde belijdenisgeschrift of niet. Wel moet de NG-Kerk -waar ook ik lid van ben- haar verleden onder ogen zien. Voor veel lidmaten blijft het moeilijk lid te zijn van een kerkverband dat apartheid heeft gesteund en bevorderd. Apartheid was verkeerd, en dat vraagt om bekering. En daar hoort ook hereniging van de verschillende kerken bij.”
Zijn proefschrift is volgens Pauw mede bedoeld om het verenigingsproces binnen de NG-Kerk te bespoedigen. „Mijn vader en opa waren zendelingen in Zambia. Zij wilden iets voor Afrika betekenen. Dat wil ook.”