”Ali Chemicali” was trouwe steunpilaar regime Saddam
BAGDAD (ANP) - Generaal Ali Hassan al-Majid al-Tikriti, wiens doodvonnis wegens volkerenmoord op Koerden dinsdag werd bevestigd, gold als trouwe steunpilaar van het regime van Saddam Hussein.
Door zijn meedogenloze optreden boezemde hij iedereen in Irak angst in. Zijn bijnaam ”Ali Chemicali” verwierf hij door het op grote schaal inzetten van gifgas tegen de Koerden.De voormalige hoge bestuurder is een neef van Saddam en begon zijn loopbaan als de chauffeur van zijn oom. Hij klom in de loop der jaren op in het machtsapparaat van Saddam en werd in 1987 benoemd tot gouverneur van Noord-Irak. Hij kreeg de opdracht een einde te maken aan de onrust onder de opstandige Koerdische bevolking.
De kersverse gouverneur besloot grondig te werk te gaan. Met één pennenstreek droeg hij het Iraakse leger op „alle mensen en dieren” in het gebied te doden. Hij maakte honderden dorpen met de grond gelijk. Vele tienduizenden mensen verloren het leven.
Al-Majid vestigde zijn naam als een van de bruutste medewerkers van Saddam echter al in 1983, toen hij het Noord-Iraakse dorpje Dujail met al zijn inwoners van de kaart veegde. Deze operatie was een wraakactie voor een mislukte moordaanslag op Saddam. Tientallen onschuldige burgers kwamen om. Saddam zelf werd om zijn betrokkenheid in deze zaak ter dood veroordeeld.
Na de Iraakse invasie van Koeweit (1990) werd Al-Majid benoemd tot militair gouverneur van dat bezette land. In die hoedanigheid was hij er verantwoordelijk voor dat het emiraat, dat inmiddels was ingelijfd bij Irak, werd geplunderd en leeggeroofd. In maart 1991 benoemde Saddam zijn neef tot minister van Binnenlandse Zaken. Als bewindsman was hij verantwoordelijk voor het bloedig neerslaan van de opstanden van de Koerden en sjiieten vlak na de Golfoorlog van 1990-1991.
Nadat hij van 1991 tot 1995 minister van Defensie was geweest, ontsloeg Saddam hem van zijn ministeriële taken. Wel bleef Al-Majid een belangrijke positie vervullen binnen de regerende Ba’athpartij. Ook bleef hij lid van de Revolutionaire Commando Raad.
In 1995 kon hij zijn hondentrouw aan Saddam opnieuw bewijzen. Twee schoonzoons van Saddam (Al-Majids neven) waren naar het buitenland gevlucht, maar onder beloftes van verzoening weer teruggekeerd. Al-Majid zag er naar verluidt persoonlijk op toe dat ze werden vermoord.
Aan het begin van de Amerikaans-Britse inval (maart 2003) meldde de oppositie dat Al-Majid zijn hoofdkwartier in een ziekenhuis in Basra had ingericht om veilig te zijn voor de bommen van de coalitie. Later werd zijn dood gemeld als gevolg van bombardementen. De Amerikanen namen die meldingen echter niet lang serieus en zochten uitgebreid naar Al-Majid. In augustus 2003 pakten ze hem op. Eind juni werd Al-Majid ter dood veroordeeld wegens massamoorden die in het kader van de operatie ”Anfal” werden gepleegd. Al-Majids echtgenote en een dochter werden eerder dit jaar in hun woonplaats Tikrit vermoord.