Uitgesproken Pronk tergt partijtop
MEPPEL - De PvdA moet een voorzitter krijgen die zijn plaats weet, vindt het interim-partijbestuur. De partijleden lijken echter te gaan kiezen voor de uitgesproken oud-minister Pronk. „Dat levert geen conflict op, wel spanning.”
De zeven kandidaten voor het partijvoorzitterschap van de PvdA toeren door het land. De toer begon dinsdagavond in Meppel. Direct aan het begin van de avond legt discussieleider Achterberg, op uitdrukkelijk verzoek van het partijbestuur, nog eens uit wat een partijvoorzitter doet. „De voorzitter is verantwoordelijk voor de organisatie van de partij en moet politiek leiding geven op landelijk niveau.” De leiding over de dagelijkse politiek ligt echter in Den Haag, benadrukt hij.Met die profielschets lijkt het partijbestuur de leden er op te willen wijzen om niet te kiezen voor een al te uitgesproken voorzitter. En dus vooral niet te stemmen op Pronk. Die zei al bij de aankondiging van zijn kandidatuur dat hij vindt dat de topinkomens moeten worden aangepakt - maar dat is de verantwoordelijkheid van PvdA-minister Bos van Financiën. Ook vindt hij dat er een onderzoek moet komen naar de Nederlandse steun aan de inval in Irak - maar daarover hebben CDA en PvdA tijdens de formatie nu net afgesproken dat ze daar van af zien. Oud-kabinetsinformateur Wijffels vreest dat de spanning tussen de coalitiepartners toeneemt als Pronk partijvoorzitter wordt, juist vanwege zijn duidelijke politieke uitspraken.
Het interim-partijbestuur van de PvdA kan tevreden zijn met de kandidatuur van Mulder. De leider van het gewest Friesland „zal geen voorzitter zijn die constant Bos en de zijnen op de hakken trapt.” Kandidaat Van Dekken past ook binnen het profiel: „Een partijvoorzitter moet wel sterk zijn, maar niet dominant.”
Kandidaat Voerman haalt rechtstreeks uit naar Pronk. „Hij stelt zich kandidaat met een politieke agenda.” De aangesprokene wil daar wel „heel rustig” op reageren: „Ik heb geen andere ambitie dan partijvoorzitter te zijn. Bos is de gekozen politieke leider van de PvdA en hij moet dat nog lang blijven.” Hij erkent politieke ideeën te hebben, maar belooft als voorzitter de mening van de partijleden naar voren te brengen, ook als dat tegen zijn eigen visie ingaat. Op zijn eerste werkdag als partijvoorzitter zal hij „niet aan politiek doen”, bezweert Pronk.
Die woorden moeten het interim-partijbestuur als muziek in de oren klinken. Direct er achteraan volgt echter een wanklank. „De fractie heeft een ingebouwde geneigdheid de partij te vergeten”, roept Pronk. „Daarom heb je een sterke voorzitter nodig die tegen de fractieleden zegt: Dit is wat de partij wil, houd je daaraan.” Dat levert volgens de oud-bewindsman „geen conflict op, wel spanning.”
Het sterkste venijn zit ook bij deze bijeenkomst in de staart. Het klamme zweet moet het partijbestuur uitbreken als Pronk aan zijn slotwoord toe is. De gewezen bewindsman begint met een pleidooi voor een nieuw referendum over het EU-verdrag. De PvdA’ers in de regering hopen vurig dat de Raad van State zal adviseren dat een nieuwe volksraadpleging onnodig is, maar daar heeft Pronk geen boodschap aan. „Je kunt mensen niet eerst vragen zich uit te spreken, daarna iets aan het verdrag wijzigen en hen daarna passeren.”
Is het pleidooi voor een referendum nog tot daar aan toe, een rechtstreekse, felle aanval op coalitieleider Balkenende doet het interim-partijbestuur ineenkrimpen. „We moeten Balkenende veel harder aanpakken. We laten hem overal mee wegkomen. Waarom zegt de PvdA niet: „U bent een leugenaar?” We zijn de oorlog in Irak ingerommeld.” Pronk maakt zich daarmee misschien niet populair bij het partijbestuur, gezien het applaus dat volgt wel bij de meeste partijleden. En die hebben het uiteindelijk voor het zeggen.