Na Griekse branden roep om EU-korps
STRAATSBURG - Een probleem dat een land afzonderlijk boven het hoofd groeit, vraagt om een gemeenschappelijke aanpak. Vanuit die gedachte klinkt binnen de EU een pleidooi voor de oprichting van een speciale eenheid van manschappen en materieel om bosbranden te bestrijden.
De ideeën hierover zijn niet nieuw, maar het vuur dat recent een spoor van vernieling trok door Griekenland, bespoedigt waarschijnlijk de besluitvorming. Het Europees Parlement aanvaardde dinsdag in Straatsburg een resolutie waarin er bij de Europese Commissie op wordt aangedrongen een concreet voorstel te vervaardigen. Eerder was de Franse president Sarkozy er al als de kippen bij om steun te betuigen aan plannen op dit punt.De Griekse afgevaardigde in het EP Varvitsiotis, die behoort tot de fractie van de christendemocraten: „Wij willen een onafhankelijke, permanente noodhulpmacht in het leven roepen, met eigen brandweermensen, voertuigen en blusvliegtuigen, die in heel Europa op elk moment inzetbaar is. Wat ons betreft moet deze vanaf de zomer van 2008 operationeel zijn.” Hij geeft verder in overweging een eigen hoofdkwartier voor zo’n Europese brandweer te vestigen in een van de lidstaten die we mogen rekenen tot de voornaamste risicogebieden. Dat betekent een thuisbasis voor het beoogde korps ergens in het zuiden van het continent.
Het EP wijdde deze week meteen bij de hervatting van de werkzaamheden na het zomerreces een debat aan de dramatische gebeurtenissen in Griekenland. „Een menselijke tragedie, maar ook een enorme milieuramp”, constateerde Eurocommissaris Spidla in die gedachtewisseling. Hij schetste nog eens de ernst van de situatie: meer dan zestig mensen zijn omgekomen, duizenden dieren vonden eveneens de dood, bijna 280.000 hectare bos ging verloren, 130 dorpen werden geheel of gedeeltelijk verwoest. De schade beloopt naar schatting 4 miljard euro, ongeveer 2 procent van het nationaal inkomen van de betrokken natie.
De Commissie bekijkt hoeveel geld er aan de kas in Brussel valt te onttrekken om de gevolgen op te vangen. De Unie beschikt in dit kader over wat heet het solidariteitsfonds, een potje dat enkele jaren geleden is gevormd om juist bij dit soort calamiteiten financiële steun te kunnen bieden. Verder zegde Spidla uitkeringen toe uit de structuurfondsen, de middelen in de begroting die bestemd zijn om economisch zwakke regio’s te helpen. Het EP vreest dat het door de bureaucratische procedures allemaal erg lang gaat duren en roept daarom in de vrijwel unaniem gesteunde resolutie op met spoed te handelen, „op de meest flexibele manier en zonder vertraging.”
Het klimaat verandert. Er zullen zich daardoor in de toekomst steeds vaker hittegolven en perioden van extreme droogte aandienen. Dat doet het gevaar van het uitbreken van bosbranden toenemen. De omvang van een dergelijke vuurzee overstijgt niet zelden de mogelijkheden om die op nationale schaal effectief te lijf te gaan. En ook in Europees verband stuiten we op de grenzen van de huidige capaciteit, zo hebben volgens Spidla de ontwikkelingen in de voorbije maanden aangetoond. Behalve Griekenland werden diverse andere landen aan de Middellandse Zee gegeseld door dit natuurgeweld en dat bovendien veelal gelijktijdig. Dat maakte het moeilijk om overal adequate bijstand te verlenen.
De EU vervult bij het indammen van de branden tot dusver enkel een coördinerende rol. De lidstaten leveren op vrijwillige basis een bijdrage aan die operaties. Veertien ervan participeerden in het gevecht tegen de vlammen op de Peloponnesos, op het eiland Euboia en in de buurt van Athene. Ook van buiten de Unie, uit onder meer Israël, Noorwegen, Rusland en Zwitserland, kwam er assistentie bij het blussen.
Uitvoering van de plannen die er nu leven om de EU uit te rusten met een eigen interventiemacht in de sfeer van de civiele bescherming, zal in ieder geval de snelheid van het ingrijpen vergroten. „En dat is natuurlijk erg belangrijk om de schade te beperken”, benadrukt Varvitsiotis.
„Maar laten we niet de illusie koesteren dat we daarmee de oplossing voor deze problematiek hebben gevonden”, waarschuwt zijn collega Frassoni, covoorzitter van de groepering van de groenen. Zij wijst op de noodzaak van betere wetgeving en beleidsmaatregelen van de zijde van de nationale, regionale en lokale autoriteiten op het terrein van bosbouwpraktijken. „Er is jarenlang sprake geweest van slecht beheer”, meent zij. De ontstane schade had volgens haar voor een deel dan ook vermeden kunnen worden.