Hooggerechtshof Israël beveelt verplaatsing ’muur’
JERUZALEM (ANP/EFE) – De afscheidingen die Israël bij het Palestijnse dorpje Bilil op de Westelijke Jordaanoever bouwt, moeten anders lopen.
Dat bepaalde dinsdag het Israëlische hooggerechtshof in een zaak die Palestijnse dorpelingen tegen de omstreden ’muur’ hadden aangespannen.
De opperrechters oordeelden dat de afrasteringen niet dwars door de akkers van Bilin mogen lopen. De Israëlische overheid heeft niet aangetoond dat „het noodzakelijk is om zo veel schade aan de kwaliteit van het leven van de dorpelingen aan te richten.” De muur moet daarom om de akkers heen gaan, menen de opperrechters.
Israël heeft op bezet gebied al circa de helft van de tot dusver geplande 720 kilometer afscheidingen gebouwd. Het Internationaal Gerechtshof in Den Haag oordeelde in 2004 dat de bouw illegaal is en een vorm van inlijving. Israël en zijn kolonisten stellen dat de muur tegen terroristen is gericht.
De dorpelingen van Bilin ageren al twee jaar in en buiten de rechtzaal tegen de afscheidingen. Ze hebben onder meer betoogd dat hen de toegang wordt ontzegd tot circa de helft van de landerijen van het dorp.
Ondertussen vergemakkelijken de afscheidingen bij Bilin de uitbreiding van een joodse kolonie in de omgeving. Het oordeel van de Israëlische opperrechters brengt volgens waarnemers de regering in verlegenheid omdat er juist over Bilin vrijwel wekelijks door Palestijnen en Israëlische vredesactivisten is gedemonstreerd.