Huwelijkssluiting op badslippers
KRUININGEN - Het leukste werk van een bode is volgens Hanneke Jansen (41) het begeleiden van huwelijkssluitingen. Jansen heeft in de elf jaar dat ze bij de gemeente Reimerswaal werkt, heel wat stelletjes voorbij zien komen.
Het was een hele overgang in 1996: de toen 30-jarige Jansen maakte de overstap van het drukke familiefruitteeltbedrijf naar het relatief rustige gemeentehuis in Kruiningen. „Mensen grapten wel eens: Je moet in ambtenarentempo lopen, hoor. Maar als bode moest ik in heel het gemeentehuis stukken afgeven en dat deed ik gewoon in mijn oude, vlotte tempo.”Jansen kan moeilijk stilzitten. Tijdens haar werkperiode bij het familiebedrijf was ze ook nog eens keurmeester bij de mosselveiling in Yerseke. „Ik maakte regelmatig weken van zeventig uur.” Bij de gemeente Reimerswaal werd ze echter voor bijna de helft, 36 uur, aangenomen. „Vaak ging ik daar wel overheen. Raadsvergaderingen liepen wel eens tot 01.00 uur ’s nachts uit. De volgende morgen was ik weer om 08.00 uur present.”
Daarnaast helpt Jansen regelmatig op het familiebedrijf. „In mijn vakantie ga ik lekker twee weken fruit plukken.” De vrijgezel heeft ook een bijbaantje als organist. „Regelmatig begeleid ik als bode het huwelijk van een stel uit onze kerk, de gereformeerde gemeente in Waarde. Ik vraag dan of ze na de huwelijkssluiting een rondje extra willen rijden, zodat ik tijd heb om achter het orgel te kruipen.”
Sinds drie jaar werkt Jansen bij de afdeling post en archiefzaken van de gemeente. „Er is een andere bode aangenomen, maar als die het werk niet aankan, spring ik bij. Vrijdag waren er drie huwelijken achter elkaar. Dat is wel stressen. Soms moet ik als een politieagent de ene bruidsstoet tegenhouden, zodat de andere het gemeentehuis ordelijk kan verlaten.”
Jansen kan zich nog goed een huwelijkssluiting herinneren waarbij de ambtenaar van de burgerlijke stand niet kwam opdagen. „Ik ben toen maar gaan bellen. Zij had een andere tijd in haar agenda staan. De ambtenaar kwam onmiddellijk naar het gemeentehuis gefietst, schoot in haar toga en begon met de plechtigheid. Halverwege zag ik dat ze haar badslippers nog aan had.”
Een bode moet representatief zijn voor een gemeente, vindt Jansen. „Toen minister Peijs tijdens haar kennismakingsrondje hier langskwam, mocht ik haar ontvangen. Verder zorgde ik voor koffie tijdens vergaderingen.”
Tegenwoordig is Jansen vooral in de postkamer te vinden. „Ik haal ’s morgens de post op, maak die open en voer alles in de computer in. Daarna breng ik de post naar de afdelingen.”
Voor de archivering van de stukken heeft Jansen een speciale opleiding gevolgd bij de Stichting Opleidingen en examens voor Documentaire Informatievoorziening (SOD) in Woerden. Sindsdien is zij een documentaire informatieverzorger, afgekort ”diver”. „De overheid dringt er bij de gemeenten op aan dat alles digitaal gaat. Ik moet de stukken in de toekomst allemaal scannen en direct bij de desbetreffende ambtenaar op de werklijst zetten. Gevolg is wel dat het contact met mijn collega’s afneemt en dat zij steeds minder een arboloopje naar mijn kantoor hebben.”