Opinie

Vereenvoudig ontslagrecht

Het ontslagrecht zou versoepeld moeten worden. Chris Baggerman en Martien van der Zwan hebben op een aantal punten moeite met de veranderingen.

4 September 2007 08:39Gewijzigd op 14 November 2020 05:04
„Aanpassing van het ontslagrecht en het motiveren tot het betreden van de arbeidsmarkt zijn verschillende thema’s die elk om een eigen aanpak vragen en niet met elkaar vermengd moeten worden.” Foto ANP
„Aanpassing van het ontslagrecht en het motiveren tot het betreden van de arbeidsmarkt zijn verschillende thema’s die elk om een eigen aanpak vragen en niet met elkaar vermengd moeten worden.” Foto ANP

Minister Donner heeft de Stichting van de Arbeid om advies gevraagd over aanpassing van het ontslagrecht. De werkgeversorganisaties omarmen de voorstellen van Donner, de werknemersorganisaties zijn fel tegen. De RMU plaatst kanttekeningen bij de voorstellen van de minister.Ten eerste zeggen wij: Géén versoepeling, wél vereenvoudiging van het ontslagrecht. De RMU vindt het op zich positief dat het ontslagrecht wordt vereenvoudigd. Het is een goede zaak dat de uit 1945 daterende ontslagwetgeving een keer tegen het licht wordt gehouden en dat er duidelijkheid komt voor iedereen. De RMU pleit al langere tijd voor een ontslagroute zonder het CWI. De vakorganisatie kan zich dan ook goed vinden in het voorstel om bij ontslag alleen een rol te geven aan de kantonrechter.

Positief is ook het voorstel om de ontslagvergoeding gelijk te stellen aan de huidige kantonrechtersformule en dat dit wettelijk geregeld wordt en dus voor iedereen geldt. Belangrijk voor de RMU is wel dat vereenvoudiging van het systeem niet mag leiden tot versoepeling. Het is goed dat het huidige ingewikkelde systeem eenvoudiger wordt gemaakt, maar er kunnen grote vraagtekens gezet worden bij de insteek van minister Donner om door middel van ingrijpende aanpassingen in het ontslagrecht het makkelijker maken mensen te ontslaan. Door het voornemen van de minister om de preventieve toetsing van ontslag door de rechter te laten vervallen, verdwijnt een fundamenteel stuk rechtsbescherming. Donner heeft de vergoeding geregeld, maar niet de bescherming tegen onredelijk ontslag. Dat kan natuurlijk niet de bedoeling zijn. Verder ziet de RMU ook niets in het argument van Donner dat aanpassing van het ontslagrecht leidt tot het vergroten van de arbeidsparticipatie. Om mensen die nu nog langs de zijlijn staan aan het werk te krijgen, zijn positieve prikkels nodig.

Aanpassing van het ontslagrecht en het motiveren tot het betreden van de arbeidsmarkt zijn wat de RMU betreft verschillende thema’s die elk om een eigen aanpak vragen en niet met elkaar vermengd moeten worden.

Kantonrechter
Ons tweede punt: Géén begrenzing, wél handhaven kantonrechtersformule. Een tweede voorstel van Donner is maximering van de ontslagvergoedingen. De minister wil de vergoeding voor werknemers tot 40 jaar vaststellen op één jaarsalaris met een maximum van 75.000 euro. Voor werknemers vanaf 40 jaar zou volgens Donner de vergoeding begrensd moeten worden met een jaarsalaris van maximaal 100.000 euro. De voorgestelde grenzen zijn arbitrair en treffen bovendien vooral de anderhalf tot tweemaal modale inkomens. Het is overigens naïef om te veronderstellen dat hiermee exorbitante afvloeiingsregelingen worden aangepakt. De RMU stelt dan ook voor om de hoogte van de afvloeiingsregelingen op basis van de huidige kantonrechtersformule onverkort te handhaven.

Geen sluiproutes
Ons derde punt: Geen sluiproutes, wél afspraken in cao’s. Een punt van aandacht zijn de zogeheten sluiproutes bij ontslag. Zowel in de voorstellen van Donner als in de huidige praktijk is er bij voorgenomen ontslag van minder dan twintig werknemers om bedrijfseconomische redenen niet in alle gevallen overleg met de vakorganisaties.

Het CWI toetst slechts of de aangevoerde bedrijfseconomische redenen voldoende zijn onderbouwd. Het blijven voortbestaan van een dergelijke situatie is niet langer wenselijk. Ook bij ontslag om bedrijfseconomische redenen zou de werkgever verplicht moeten worden een wettelijk voorgeschreven vergoeding te verstrekken. Tenzij er met vakorganisaties een sociaal plan is afgesloten en er nadere afspraken zijn gemaakt over het opvangen van de sociale gevolgen voor de medewerkers.

Protocol
Het vierde punt: Géén eenzijdige ontslagaanzegging, wél invoering ontslagprotocol. Een ander voorstel van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is dat de werkgever eenzijdig ontslag kan aanzeggen zonder toetsing vooraf door een rechter. De werknemer zou na aanzegging van het ontslag zelf het initiatief moeten nemen om het ontslag aan te vechten. Dit is geen goede procedure. Allereerst omdat de verantwoordelijkheid bij de verkeerde partij wordt gelegd. Niet de werknemer (meestal de zwakke partij) maar de werkgever moet motiveren bij de rechter. In de tweede plaats moet sprake zijn van zorgvuldigheid vooraf in plaats van een rechterlijke uitspraak achteraf. In dit verband pleit de RMU voor invoering van een wettelijk voorgeschreven protocol bij dreigend ontslag.

Door in het voortraject te zoeken naar oplossingen als opleiding, loopbaanbemiddeling, herplaatsing en eventueel corrigerend op te treden richting werkgever of werknemer kan ontslag mogelijk voorkomen worden. Dit RMU-voorstel verbetert de voorspelbaarheid en de transparantie, en daar is zowel werkgever als werknemer bij gebaat.

De auteurs zijn werkzaam bij de RMU als coördinator arbeidsvoorwaardenbeleid respectievelijk manager communicatie en pr.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer