Sinds vorige week woensdag was de ambassade uit voorzorg gesloten, nadat de Filipijnse oppositieleider José Maria Sison in Nederland was gearresteerd. Die arrestatie bracht een schokeffect op de Filipijnen teweeg. Op die dag hield de politie tweehonderd demonstranten bij de ambassade tegen.De nationale recherche hield Sison, oprichter van de Communistische Partij van de Filipijnen (CPP), dinsdag aan op verdenking van moord op twee hoge functionarissen van de gewapende tak van die partij, het New People’s Army (NPA).

De CPP en de NPA voeren volgens justitie al jaren een gewapende strijd tegen de regering in Manilla. Het openbaar ministerie meent dat Sison vanuit Nederland opdracht heeft gegeven zijn vroegere medestanders op de Filipijnen te liquideren. Sison heeft zijn betrokkenheid bij deze moorden vrijdag nadrukkelijk ontkend, zei zijn advocaat Michiel Pestman.

De onderzoeksrechter heeft de hechtenis van Sison met twee weken verlengd, omdat de verdenking zware misdrijven omvat. Verder vindt de rechter–commissaris dat er „ernstig gevaar" bestaat dat de verdachte zal vluchten als hij vrijkomt. De onderzoeksrechter vindt ook dat er rekening mee moet worden gehouden dat Sison zich opnieuw schuldig maakt aan misdaden zoals moord, als hij niet achter de tralies blijft.

Sison woont sinds 1987 in Nederland. Hij vroeg hier politiek asiel aan, maar dat werd afgewezen. Omdat hij na terugkeer op de Filipijnen voor zijn leven zou moeten vrezen, heeft Nederland hem echter niet uitgezet.