Opnieuw cel geëist in kruiwagenzaak
ARNHEM - In hoger beroep heeft het openbaar ministerie vrijdag opnieuw twee jaar cel geëist, waarvan acht maanden voorwaardelijk, tegen de 21-jarige D. van R. De man zou eind vorig jaar bij Ede een kruiwagen met puin op de spoorlijn hebben gezet, waar een intercitytrein in volle vaart tegenop botste.
Van R., die in een sociaal pension in Ede woont, nam samen met een vermoedelijke mededader op de avond van 15 september een kruiwagen met puin mee uit een garage bij het opvanghuis van het Leger des Heils. Ze zetten het ding vervolgens op de rails. Rond halfelf naderde een trein die in volle vaart tegen het obstakel knalde. De trein kwam 600 meter verder tot stilstand met een zwaar beschadigd remsysteem en moest worden weggesleept. Bij het incident raakte niemand gewond.De 21-jarige hoofdverdachte werd door de rechtbank aanvankelijk veroordeeld tot twee jaar cel, waarvan acht maanden voorwaardelijk. De celstraf heeft hij er inmiddels opzitten, maar Van R. besloot niettemin in hoger beroep te gaan. De verdachte stelde dat niet hij maar een mededader de kruiwagen op de rails zette. Bovendien is Van R. het er niet mee eens dat hij straf kreeg, terwijl twee kompanen kort daarna werden vrijgelaten.
Tijdens de zitting van het hof verklaarde de man dat zijn escapade met de kruiwagen „niet goed te praten is. We wilden iets leuks doen, kattenkwaad uithalen. We deden het in een opwelling.” Van R. zei zich niet te hebben gerealiseerd welke gevolgen het incident zou kunnen hebben.
„Verdachte was levensgevaarlijk en ontzettend onverantwoordelijk bezig”, zo zei de advocaat-generaal in zijn requisitoir. Hij zei het niet zo interessant te vinden wie nu precies die kruiwagen op het spoor neerzette. „Meneer wist wat de bedoeling was, hij heeft er ook aan meegedaan. Maar hij had zich gemakkelijk van het plan kunnen distantiëren.” Naast de geëiste celstraf vond de aanklager verder dat Van R. de ruim 25.000 euro schadevergoeding aan de NS moet betalen.