„En toch word ik later timmerman”
TEUGE - Door een klein raampje van de PH-CIO zwaait hij naar zijn moeder. De glimlach op zijn gezicht is van een afstand te zien. Voor het eerst van zijn leven koos de 11-jarige Wouter vrijdag het luchtruim. „Vooral het schuin vliegen in de bochten is leuk.”
Een rondje vliegen in een Cessna 172 is populair op de open dagen van de Mission Aviation Fellowship (MAF). Van woensdag tot en met vandaag informeert de vliegtuigmaatschappij en zendingsorganisatie het publiek op het Gelderse vliegveld Teuge over haar werkzaamheden.Het is voor het eerst dat de open dag in Teuge wordt gehouden, vertelt Ruud Daverschot, een van de organisatoren van de open dag. Het is een goede keus denkt hij. „Hier op het vliegveld word je geconfronteerd met de dynamiek van het vliegen, dat maakt een bezoek aan de open dag voor het publiek aantrekkelijk.”
De opkomst valt de organisatie niet tegen. Donderdag was er een speciale open dag voor zakenlui. „Verantwoord ondernemen is tegenwoordig populair”, vertelt de voormalig voorzitter van MAF-Nederland. „Als organisatie die vooral draait op giften, proberen we bedrijven enthousiast te maken voor ons werk.”
Vrijdag en zaterdag is het voor het grote publiek mogelijk kennis te maken met de luchtvaartmaatschappij. „Voor morgen hebben we via internet al 350 aanmeldingen ontvangen”, vertelt organisator Daverschot. „Ik verwacht echter dat er nog meer mensen komen, die zich niet hebben aangemeld.” Zo’n 200 mensen hebben aangegeven voor een relatief gering bedrag een rondvlucht te willen maken van ongeveer een kwartier. „We hebben al een groter toestel in laten vliegen om iedereen van dienst te kunnen zijn.”
De geschiedenis van de MAF voert terug tot de Tweede Wereldoorlog. Drie Amerikaanse piloten kwamen op het idee om zodra de oorlog voorbij was zendingsvlieger te worden. Op 20 mei 1945 worden de plannen werkelijkheid: de Christian Airmen’s Missionary Fellowship -later Mission Aviation Fellowship- gaat van start. In februari 1946 wordt het eerste vliegtuig aangeschaft: Een rode Waco dubbeldekker uit 1933 met een nieuwe Continental 220 pk motor. De eerste vlucht vindt een week later plaats. De pilote Betty Green vliegt twee Wycliffemedewerkers naar een afgelegen plaats in de Mexicaanse jungle.
Inmiddels is de christelijke organisatie uitgegroeid tot een volwaardige luchtvaartmaatschappij. „Met 130 vliegtuigen bezit de MAF de grootste vloot Cessnavliegtuigen ter wereld”, vertelt Daverschot. Ruim 900 organisaties wereldwijd maken gebruik van de diensten van de MAF. Naast kerkelijke zendingsorganisaties zijn dat ook bijvoorbeeld de Verenigde Naties en Artsen zonder Grenzen.”
De meeste activiteiten op de open dag zijn ondergebracht in een hangar op het vliegveld. In een hoek zitten tientallen mensen te kijken naar een film over het werk van MAF-piloot Geerten Vreugdenhil op Papoea. Zijn collega Martijn den Os, voor een kort verlof in Nederland, krijgt even later de volle aandacht van het publiek als hij vertelt over zijn werk in Suriname. „Ik heb het mooiste kantoor dat je maar kunt bedenken”, vertelt hij, „voor me een blauwe lucht, af en toe een witte wolk, onder me het dichte groen van de jungle, geweldig.”
Werken voor de MAF betekent echter meer dan alleen vliegen, vertelt Den Os. „Je bent niet alleen de man met de strepen op z’n schouder. Als MAF-piloot probeer je ook iets van je christelijke geloofsovertuiging over te dragen op andere mensen. Zo hebben mijn vrouw en ik in Suriname geholpen met het opzetten van een zondagsschool. Dat was hard nodig”, vertelt hij. „Kerkgangers daar wisten niet eens wie Gideon was.”
Buiten klinkt geronk van een volgend vliegtuig dat het luchtruim kiest. In de verte dwarrelen zeven parachutisten omlaag. Een aantal kinderen volgt met open mond hun verrichtingen.
De Cessna komt terug na een rondvlucht. Enthousiast vertelt Wouter over zijn allereerste vlucht. Wil hij nu later piloot worden? „Nee, ik word timmerman”, klinkt het zonder enige twijfel.