De betogingen in Gaza–stad en andere plaatsen in de Gazastrook begonnen na islamitische vrijdaggebeden. Die werden buiten de moskeeën gehouden omdat Hamas de gebedshuizen zou gebruiken voor politieke propaganda. Tijdens de protesten kwam het in een aantal gevallen tot harde confrontaties tussen de demonstranten, voornamelijk aanhangers van de in juni verdreven Fatah–beweging, en de ordediensten van Hamas.In Gaza–stad vielen vier gewonden, onder wie twee buitenlandse journalisten. Op televisiebeelden was te zien dat de ordediensten van Hamas demonstranten, die stenen naar het gebouw van het ministerie van Binnenlandse Zaken gooiden, met lange houten latten sloegen. Een onbekend aantal personen is afgevoerd. In Rafah in het zuiden raakten zes jongeren gewond door een soort granaat waardoor geen doden vallen, maar die een klap en een scherpe lichtflits geeft.

Sinds de machtsovername van de radicale Hamas in de Gazastrook bestaan er feitelijk twee Palestijnse entiteiten. Op de Westelijke Jordaanoever zwaait de meer gematigde en door het Westen gesteunde Fatah–partij van president Mahmoud Abbas de scepter en moeten Hamas–aanhangers op hun tellen passen. Beide rivaliserende partijen beschuldigen elkaar van mensenrechtenschendingen.