Activiteit houdt oudere hersenen gezond
UTRECHT - De ouderdom komt met gebreken. Dat kan niemand ontkennen. Toch is het beeld van 65-plussers in de maatschappij te negatief, vindt Paul Schnabel van het Sociaal en Cultureel Planbureau. „Het beeld strookt niet met de werkelijkheid.”
Schnabel sprak donderdag in een overvol Theatron, een van de grote collegezalen van het Educatorium van de Universiteit Utrecht. Ligt de gemiddelde leeftijd in de zaal normaal gesproken zo rond de twintig, op het symposium van HOVO Nederland -Hoger Onderwijs voor Ouderen- geeft het aandeel grijze hoofden al aan dat de groep nu meer op leeftijd is: vijftig plus.Als concreet voorbeeld van een foutief beeld van senioren in de maatschappij, noemt Schnabel een onderwerp dat vorig jaar tijdens de verkiezingscampagne aan bod kwam: gratis ov voor ouderen. Maar hoeveel 65-plussers zijn er nu eigenlijk aangewezen op het openbaar vervoer, vraagt de spreker zich af. „De meesten hebben een auto. Velen zelfs twee.” Het aantal handen van twee-autobezitters dat in de zaal omhoog gaat, onderstreept die stelling.
Volgens de huidige levensverwachting zullen velen van de toehoorders op hoge tot zeer hoge leeftijd overlijden. Schnabel: „Die leeftijd wil eigenlijk iedereen met zo min mogelijk kwalen bereiken.”
Wat de meeste problemen oplevert bij 65-plussers, is het bewegingsapparaat, zo blijkt uit cijfers. „Traplopen en bukken gaat op een gegeven moment moeilijker. Het aandoen van een sok wordt een probleem.”
Ontkomt men over het algemeen niet aan de lichamelijke gevolgen van de ouderdom, voor de verstandelijke vermogens hoeft dat niet te gelden, stelt Jelle Jolles, hoogleraar neuropsychologie & biologische psychologie aan de Universiteit Maastricht. „Het brein gaat niet bij iedereen achteruit.”
Wat volgens Jolles vooral meevalt, is de vergeetachtigheid van senioren. „Van veel mensen die ouder worden, hoor je: ik vergeet wel eens wat.” Maar uit onderzoek blijkt dat die klachten al veel eerder ontstaan. „Tussen de 25 en 35 jaar zegt één op de drie van zichzelf vergeetachtig te zijn. Na de vijftig neemt dat percentage weliswaar toe, maar na de zeventig blijft dit eigenlijk gelijk. Mogelijk doordat mensen vinden dat hun geheugen in vergelijking met leeftijdsgenoten nog best goed functioneert.”
Wat bij het ouder worden duidelijk minder makkelijk gaat, is het actief terugroepen van informatie, zoals namen. Herkenning -van gezichten of locaties- gaat bijna niet achteruit. „Vooral complexe taken en snelle bewegingen gaan slechter”, aldus Jolles. „Dat kunnen de hersenen niet zo goed meer aan. Activiteiten die kennis, ervaring en overzicht vereisen, gaan daarentegen even goed of zelfs beter.”
Het op peil houden van de hersenactiviteit, vergt inspanning, stelt Jolles. De uitspraak ”Use it or lose it” vat het kernachtig samen. „Je moet verstandelijke vermogens gebruiken, anders raak je ze kwijt.”
Volgens de hoogleraar is het goed om regelmatig intellectueel uitdagend bezig te zijn: redeneren, debatteren, argumenteren. Over ingewikkelde politieke vraagstukken, of over een alledaags onderwerp als de auto of de boodschappen.
Maar niet alleen mentale oefening houdt het brein soepel, ontdekte Jolles. Ook lichamelijke en sociale activiteit beschermt tegen achteruitgang. Zijn advies luidt daarom: blijf levenslang leren.