Het kabinet heeft de Tweede Kamer donderdag per brief laten weten dat het besluit over verlenging van de missie in Uruzgan voorlopig is uitgesteld. De betrokken ministers waren eerst van plan in de zomer de knoop door te hakken. Dat is nog niet gelukt, omdat nog steeds niet duidelijk is welk land de Nederlandse troepen in Uruzgan wil bijstaan of deels wil vervangen.Minister Verhagen van Buitenlandse Zaken en minister Van Middelkoop van Defensie hebben onlangs voor de tweede keer Noorwegen benaderd voor steun, maar kregen weer nee te horen.

De Australische regering heeft Nederland donderdag opgeroepen zijn troepen niet terug te trekken uit Uruzgan. Een vertrek van de Nederlandse militairen zou ook de 970 Australiërs dwingen hun biezen te pakken, aldus de Australische minister van Defensie, Nelson.

De Tweede Kamer toonde zich donderdag gevoelig voor de oproep van Nelson. De defensiewoordvoerders, net terug uit Uruzgan, voelen steeds meer voor verlenging van de missie aldaar. Ook de PvdA, de meest kritische regeringspartij, ziet het nut van de missie in. Kamerlid Van Dam: „Ik heb het gevoel dat het ertoe doet wat Nederland in Uruzgan doet. We kunnen daar iets bereiken. Afghanistan moet niet weer een broeinest van terrorisme worden.” De PvdA’er was voorheen kritisch over de uitzending, maar gaf na terugkeer uit Uruzgan toe dat hij nu positiever denkt over verlenging van de missie.

De VVD hamert erop dat het kabinet met extra geld voor Defensie over de brug moet komen en dat een ander land Nederland moet bijstaan in Uruzgan voordat de liberalen verlenging van de missie zullen steunen.

De oppositiepartijen SP en GroenLinks blijven tegen verlenging. Ze weten zich daarbij gesteund door een steeds groter deel van de bevolking. Uit een enquête in opdracht van het Algemeen Dagblad blijkt dat een meerderheid van de bevolking (54,4 procent) tegen verlenging is; 34 procent wil de missie met een jaar verlengen, 11,6 procent met twee jaar.