De arrestatie van communistenleider José Maria Sison, dinsdag in Utrecht, en huiszoekingen bij zijn geestverwanten, hebben volgens het ministerie een schokeffect teweeggebracht op de Filipijnen. Woensdag hield de politie ongeveer tweehonderd demonstranten bij de Nederlandse ambassade in Manilla tegen. Ook donderdag waren er enkele tientallen demonstranten in de buurt. De ambassade is woensdag echter uit voorzorg gesloten.De ambassade is voor noodgevallen telefonisch bereikbaar. Voor zover op de ambassade bekend zijn er ongeveer duizend Nederlanders op de Filipijnen, maar er is geen registratieplicht, dus het kunnen er meer zijn.

Sison is de oprichter van de Communistische Partij van de Filipijnen (CPP). De nationale recherche hield hem dinsdag aan op verdenking van moord in 2003 en 2004 op twee van zijn voormalige medestanders. Hij zou opdracht hebben gegeven de twee mannen te vermoorden. De slachtoffers waren hoge functionarissen binnen de gewapende tak van de CPP, het New People’s Army (NPA), dat al jaren gewapende strijd voert tegen de Filipijnse regering.

Justitie heeft dinsdag behalve bij Sison op zeven andere locaties in Utrecht en een in Abcoude huiszoeking gedaan. Daarbij is niemand aangehouden. De recherche nam wel computers en documenten in beslag. Een woordvoerder van het landelijk parket van het Openbaar Ministerie (OM) benadrukte dat het gaat om een zelfstandig onderzoek van de Nederlandse autoriteiten en dat de zaak–Sison aan de Nederlandse rechter zal worden voorgelegd. Volgens de zegsman is er geen sprake van dat de zaak naar de Filipijnen gaat.

Aanhangers van Sison hebben aangekondigd vrijdag bij het paleis van justitie in Den Haag en bij nog meer Nederlandse ambassades te protesteren tegen de arrestatie. De rechter–commissaris beslist dan of justitie Sison langer mag vasthouden.