Het stel uit Brandwijk (gemeente Graafstroom) legde het een dag oude jongetje op 24 februari 2006 in een boodschappentas voor de deur van hun huisarts in Vlaardingen.Het openbaar ministerie (OM) had een maand voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van twee jaar geëist, onder de voorwaarden dat de gesprekken met de psycholoog worden voortgezet. Tegen de 31–jarige Angelique B. eiste het OM ook een taakstraf van 80 uur.

B. vertelde de politierechter dat ze het baby’tje op de stoep had gelegd omdat ze het niet aankon. Haar partner Jacques den H. probeerde haar op andere gedachte te brengen, maar de volgende dag zag hij dat ze gelijk had. De politierechter begreep dat niet omdat ze met de opvoeding van haar twee oudste dochters geen problemen heeft.

Naast Bob en haar dochters hebben B. en Den H. drie kinderen. Deze zijn op haar verzoek in pleeggezinnen geplaatst. B.’s oudste dochter kreeg zij uit een andere relatie. Haar tweede dochter heeft een tijd in een pleeggezin gezeten voordat B. en Den H. de zorg weer overnamen. Haar eerste relatie werd gekenmerkt door geweld tegen haar en haar kind.

Volgens hun advocaat zorgen die gewelddadige ervaringen en een moeder die haar op jonge leeftijd verliet voor de angst dat ze haar kinderen niet kan beschermen. „Zwangerschappen en het moederschap jagen haar angst aan". Haar laatste vier zwangerschappen verborg B… Zelfs voor haar partner. Pas op het moment dat hij haar met buikpijnen naar het ziekenhuis bracht, ging een belletje rinkelen. Van Bob beviel B. alleen thuis, haar partner was er niet om haar naar het ziekenhuis te brengen.

De gebeurtenissen die op de bevalling volgden, zijn volgens de advocaat veroorzaakt door blinde paniek. „Er was sprake van psychische overmacht". De rechter vond dat niet. „Te vondeling leggen is strafbaar. Ook al is dat voor de deur van de huisarts en wacht je om de hoek tot is opengedaan". De rechter verwees naar de rapporten waarin de vrouw deels toerekeningsvatbaar is verklaard. Hij hoopt dat ze met de opgelegde psychologische hulp een positief zelfbeeld krijgt en uiteindelijk voor al haar kinderen kan zorgen.

Het jongetje Bob verblijft bij een pleeggezin. Hij kreeg de naam Bob, omdat op de bewuste avond schaatser Bob de Jong tijdens de Olympische Spelen een gouden medaille won. De rechter wilde weten of de moeder een andere naam in gedachten had voor haar kind. „Andreas" was het antwoord.