Vleermuis én toerist zoeken rust in fort
UTRECHT - Waar eerst soldaten zichzelf letterlijk bedropen met regenwater, drinken nu historisch geïnteresseerde rustzoekers een kop koffie. Het Utrechtse Fort aan de Klop krijgt morgen officieel een recreatieve functie.
Verborgen in het groen van de Utrechtse wijk Overvecht ligt het fort, direct langs de Vecht. Vrijdagmiddag openen hier een theehuis, een herberg en een camping op de wallen van het fort officieel de deuren. Tegelijk met de opening is de aftrap van de Fortenmaand 2007.Veel op het fortterrein, onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, herinnert aan het verleden. „Alle ringen en gietijzeren haken waarmee een kanon op z’n plek werd gehesen, hangen er nog”, aldus exploitant Joost Batelaan. Ook de centrale druipkoker midden in het wachthuis -nu het theehuis- is nog intact. Vroeger, in tijden van belegering, werd regenwater daarmee opgevangen, gezuiverd met zand en gebruikt als drinkwater. Zo bedropen de soldaten zichzelf letterlijk.
De nieuwe herberg bevindt zich niet -zoals voor de hand zou liggen- in de oorspronkelijke slaapkelder voor soldaten onder het wachthuis. Daar huist namelijk een beschermde vleermuizengroep. Gasten kunnen wel overnachten in de herberg in de houten artillerieloodsen.
De gemeente Utrecht wil de forten die zij in bezit heeft behouden door ze een eigentijdse bestemming te geven. Eerder gebeurde dit al bij Fort De Bilt. Op het terrein van Fort Blauwkapel worden zestien woningen gebouwd.
Rond 1850 kreeg het Fort aan de Klop zijn huidige vorm. Aanvankelijk moest het fort het inundatiekanaal de Klopvaart en de sluis te beschermen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het door de Duitsers gebruikt.
Gedurende de fortenmaand zijn er rondleidingen over het fort. Het is de bedoeling dat er in de toekomst ook informatiepanelen komen voor de leergierige bezoeker. De gasten van het Fort aan de Klop hebben belangstelling voor de geschiedenis van het fort, merkt de exploitant. „Regelmatig vragen ze me: Wat is dit? Dat heb je, op zo’n duidelijk historisch terrein.”