Tijd gaat dringen voor opstellers Miljoenennota
DEN HAAG - De eerste Miljoenennota van het kabinet-Balkenende IV moet eind deze week in de steigers staan. De meeste ministers weten al hoeveel geld ze volgend jaar mogen uitgeven, maar er zijn nog een paar hete hangijzers.
Op premier Balkenende na zijn alle hoofdrolspelers in de begrotingsbesprekingen nog niet eerder zo nauw betrokken geweest bij het opstellen van een Miljoenennota. De belangrijkste nieuwkomer aan de onderhandelingstafel is minister Bos van Financiën. Hij is de opvolger van VVD’er Zalm, die meer dan twaalf jaar de schatkist beheerde.De onderhandelingen over de Miljoenennota gingen maandag de laatste fase in. De meeste ministers weten al hoeveel geld ze volgend jaar mogen uitgeven. Er zijn echter nog een drietal hete hangijzers. Het kabinet moet een dreigende koopkrachtdaling voor de lagere inkomens volgend jaar zien te beperken. Verder is nog onduidelijk hoe de investeringen in de probleemwijken moeten worden betaald. Ten slotte moet er geld op tafel komen om de dure missie in Uruzgan te kunnen voortzetten.
De dreigende koopkrachtdaling van onder meer ouderen en minima is het belangrijkste probleem. Alle Nederlanders moeten volgend jaar meer betalen aan ziektekostenpremies, accijnzen en milieuheffingen. Die extra belastingen komen bij de lagere inkomens het hardst aan. Zij gaan er tot 1 procent in koopkracht op achteruit.
De vraag is hoe en wanneer hen te compenseren. De PvdA-ministers is er, door de concurrentie van de SP, veel aan gelegen om op korte termijn het sociale gezicht van hun partij te versterken. De CDA-ministers zijn echter vooral gespitst op de lange termijn: Blijft er voldoende geld over om de kosten van de vergrijzing te kunnen opvangen?
Het tweede hete hangijzer zijn de investeringen in de probleemwijken, een speerpunt van de PvdA. Minister Bos aast op de reserves van de woningcorporaties, maar die staan niet te springen om hun tegoeden zomaar in te leveren. De besprekingen daarover zijn al een tijdje gaande, maar overeenstemming tussen betrokken partijen lijkt nog ver weg.
Ten slotte kampt Defensie met geldgebrek door de missie in Uruzgan die veel duurder uitvalt dan gepland. Het kabinet neigt ernaar de missie in afgeslankte vorm voort te zetten. Om daarvoor steun te krijgen van oppositiepartij VVD moet er meer geld naar de krijgsmacht.
Deze drie laatste loodjes kosten het kabinet deze week nog de nodige hoofdbrekens. Maar één ding is zeker: De ministers moeten en zullen eruit komen, want het werkschema richting Prinsjesdag is, met nog maar drie weken te gaan, onverbiddelijk.