Armoedeplan Peru in nevelen gehuld
LIMA (IPS) - De Peruaanse president Alan Garcia heeft een nieuw plan gelanceerd om de armoede in het Zuid-Amerikaanse land aan te pakken. Hoewel het al wordt uitgevoerd, blijft het voor de meeste Peruanen een mysterie.
Crecer (groeien) bestaat uit een bundeling van bestaande sociale projecten die op een andere leest worden geschoeid. Volgens Ivan Hidalgo, secretaris van de Interdepartementale Commissie voor Sociale Zaken en het hoofd van Crecer, is er in tien jaar tijd meer dan 5 miljard sol (1,14 miljard euro) gespendeerd aan voedselhulpprogramma’s, maar de ondervoeding is amper verminderd. Van het geld werd 40 procent gebruikt voor administratieve kosten. Het was tijd voor een nieuwe aanpak.De 86 programma’s zijn opgegaan in 26 nieuwe en met het bespaarde geld, 1 miljard sol (229 miljoen euro), wordt de heroriëntering van de activiteiten betaald. Mijnbouwbedrijven hebben ook een half miljard sol per jaar toegezegd om direct door bedrijven en lokale autoriteiten te worden besteed aan gezondheidscentra en scholen, eveneens volgens de prioriteiten van Crecer.
Volgens het Nationaal Instituut van Statistiek (NISI) leeft 45 procent van de 27 miljoen Peruanen onder de armoedegrens. Een kwart van de kinderen is chronisch ondervoed, volgens het NISI.
De cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie zijn nog wat pessimistischer. Sinds 1990 is het percentage armen met slechts 6 procentpunt gedaald, terwijl Peru eigenlijk de millenniumdoelstelling zou willen halen: een halvering tegen 2015. Aan het eind van zijn termijn, in 2011, wil de president de armoede tot 40 procent hebben teruggedrongen.
Crecer richt zich op het probleem van ondervoede kinderen. „Omdat dat de meest bepalende factor voor armoede is, en omdat we er een langetermijnplan voor hebben”, zegt Hidalgo. „Bestaande programma’s zullen door Crecer worden gecoördineerd en gericht op de bestrijding van ondervoeding van kinderen.” Het doel: het aandeel ondervoede kinderen terugbrengen met 5 procentpunt.
Crecer begon in juli al direct met activiteiten in 330 van de 881 extreem arme districten die voor 2011 bereikt moeten worden. Die liggen in de armste regio’s van het land: Amazonas in het noordoosten, Huanuco in het midden, en Apurimac, Ayacu- cho, Cusco, Huancavelica en Puno in het zuiden. Hier lijdt twee derde van alle kinderen onder de vijf jaar aan chronische ondervoeding. Vier vijfde van de huishoudens heeft geen waterleiding.
Experts zijn echter kritisch. „Meer coördinatie is niet slecht en is nodig, maar er is geen duidelijke informatie over hoe dit plan ondervoeding van kinderen onder drie jaar gaat aanpakken. En daar ligt het echte probleem”, vindt econoom Pedro Francke van het Consortium voor Economisch en Sociaal Onderzoek.
„Er is geen operationele strategie”, zegt Enrique Vasquez van het onderzoekscentrum van de Universiteit van de Pacific. „Niemand weet hoe Crecer te werk zal gaan.”
Volgens het hoofd van Crecer is er wel een werkplan, met een stap-voor-stapondersteuning voor families. In het kader van het programma ”Juntos” (Samen) krijgen arme families met kleine kinderen iedere maand 100 sol (23 euro). Moeders krijgen les over het voeden van hun baby’s. Op scholen zal ontbijt worden verstrekt, en voor families zijn er economische ontwikkelingsprojecten.
Volgens Vasquez is er een monitorsysteem nodig om zeker te weten dat de middelen de mensen bereiken die ze het meest nodig hebben. En daarvoor zijn nauwkeurige armoedecijfers nodig, zegt hij. „Door fouten in de statistiek vallen 3,5 miljoen arme Peruanen nu niet binnen een sociaal programma.”
Door de aardbeving van 15 augustus is het aantal noodlijdende Peruanen enorm toegenomen. De president gebruikt echter armoedecijfers van 2005, en daarmee wordt ook de bevolkingsaanwas van 1,3 procent per jaar tot aan 2011 niet meegenomen.
Volgens socioloog Sinesio Lopez van de Katholieke Universiteit van Peru is Crecer niet genoeg. Pas wanneer de programma’s worden gecombineerd met werkgelegenheidsbeleid, progressievere belastingtarieven en een aanpak van belastingontduiking, zal armoedebestrijding geen illusie meer zijn.