De rijken
Zullen wij beginnen bij de grote lieden, die de dingen van deze wereld in overvloed hebben? Zij vergaderen rijkdommen om achting te hebben in deze wereld. Dit is het wat de meesten van hen in deze wereld beogen. Zien we op de arme mensen, ze leven alsof zij niet geroepen werden tot de oefeningen van de godzaligheid. Zij leven alsof God hun geen rekenschap zou vragen. Zij zeggen: Wij zijn arme, onkundige mensen, die geen geleerdheid hebben.
Ik vraag u, hebt u geen ziel die behouden moet worden of is er een andere dan de koninklijke weg, waarin alle gelovigen gewandeld hebben? Doch indien wij u van dichtbij bekijken, hoeveel zijn er dan die zelfs nog niet de gedaante van de godzaligheid hebben. Die nooit gezocht hebben om christen te worden, hetzij in gemeenschap met anderen, hetzij wanneer zij alleen zijn of ook niet met hun familie.Er zijn sommigen, of wellicht moet ik zeggen velen, die in een jaar in hun gezin hun knieën nog niet buigen. Velen brengen hun tijd door met drinken en spotten en ijdele praat die niet betamelijk is. Ja, ik durf wel zeggen dat er velen zijn die meer tijd doorbrengen in deze dingen dan in de plichten van de godsdienst, hetzij openbaar, hetzij in het verborgene.
James Durham, predikant te Glasgow (”Het merg des evangeliums”, 1752)
