Dat heeft een Afghaanse arts die contact heeft gehad met de talibancommandant in het gebied waar de Zuid-Koreanen op 19 juli werden ontvoerd, vrijdag gezegd.Eerder deze maand leverde de arts, Mohammed Hashim Wahaaj, medicijnen voor de Zuid-Koreanen aan de taliban. Hij zei dat hij geen toestemming kreeg om de gijzelaars te onderzoeken, maar dat hij via de telefoon enkele kwesties betreffende hun gezondheid kon bespreken met de commandant, Mullah Mansor. Mansor vertelde hem dat de Zuid-Koreanen het goed maken en geen medische problemen hebben, maar dat ze zijn opgesplitst in groepen die om de zes à acht uur worden verplaatst om de Afghaanse autoriteiten voor te blijven.

De taliban ontvoerden oorspronkelijk 23 Zuid-Koreanen, maar doodden twee mannelijke gijzelaars, onder wie de predikant die de groep leidde, en lieten twee vrouwelijke gijzelaars vrij. De twee vrouwen vertelden donderdag in een vraaggesprek met de Arabische zender al-Jazeera dat de zorgen over hun negentien achtergebleven kameraden hun vreugde over hun vrijlating overstemt.

Zij smeekten de ontvoerders ook de anderen vrij te laten en zeiden vooral zorgen te hebben over de 32-jarige Lee Jee Young, die kennelijk een kans om te worden vrijgelaten had laten schieten om een van hen voor te laten gaan.