Bosnië verontwaardigd over campagneretoriek Kostunica
Tussen Bosnië en Joegoslavië is spanning ontstaan naar aanleiding van een uitspraak die de Joegoslavische president Vojislav Kostunica zaterdag deed op een campagnebijeenkomst in Mali Zvornik, vlakbij de grens met Bosnië. De Republika Srpska, het Servische deel van Bosnië, is „een dierbaar deel van de familie” dat „maar tijdelijk van ons is gescheiden”, zei Kostunica.
Het Bosnische ministerie van buitenlandse zaken heeft opheldering geëist. De uitspraak frustreert de pogingen om vertrouwen te kweken tussen Bosnië en Joegoslavië, vindt het ministerie. Kostunica’s campagneteam liet daarop weten dat er niets omstredens aan de uitspraak was en dat de hereniging van Servië en de Republika Srpska een „historisch belang van alle Serviërs” is. Bosnië bestaat sinds het vredesakkoord van Dayton, dat in 1995 na 3,5 jaar een einde maakte aan de oorlog in Bosnië, uit een moslim-Kroatisch en een Servisch deel.
Kostunica, die bekendstaat als een gematigde nationalist, is kandidaat voor het presidentschap van Servië, waarvoor op 29 september verkiezingen zijn. Zijn partij DSS benadrukt geheel achter Dayton te staan. „Wij zullen echter altijd streven naar betere en nauwere betrekkingen tussen de Serviërs aan beide zijden van de Drina.” De rivier de Drina vormt de grens tussen Bosnië en Joegoslavië.
Paddy Ashdown, de hoogste internationale bestuurder van Bosnië, ziet Kostunica’s uitspraken als „de slechtste vorm van goedkoop en onverantwoordelijk campagne voeren”, laat zijn woordvoerder Julian Braithwaite weten. In zowel Servië als Bosnië leggen sommige politici in hun campagne de nadruk op het nationalisme en het verleden, in plaats van op de hervormingen die nodig zijn voor een betere toekomst, zegt Braithwaite. „Zij proberen stemmen te trekken door angst in plaats van hoop.”
Kostunica zelf zei donderdag vanuit New York dat zijn opmerkingen bewust verkeerd zijn genterpreteerd. In zijn toespraak pleitte Kostunica naar eigen zeggen voor wereldwijde samenwerking en integratie. Dat kwam voort uit „bezorgdheid over het lot van verdeelde families en verdeelde volkeren”, aldus de Joegoslavische president, die in New York de bijeenkomst van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties bijwoont.