Vorig jaar vroegen 277.000 particulieren en 2137 organisaties een zogeheten Verklaring omtrent het Gedrag (VOG) aan. Dat gebeurde in 2005 nog respectievelijk 253.000 en 1205 keer.In het eerste kwartaal van 2007 stond de teller al op 116.146 en 1265 aanvragen, zo blijkt uit een donderdag gepubliceerde evaluatie van de VOG. Het document verklaart dat de aanvrager geen strafblad heeft of geen strafbare feiten op zijn naam heeft staan die bezwaarlijk zijn voor een nieuwe baan of om bijvoorbeeld lid te worden van een branchevereniging.

Vorig jaar werd 0,6 procent van de aanvragen door particulieren geweigerd. In 2005 ging het om 0,4 procent. In dat jaar werd bovendien een keer een VOG voor een organisatie geweigerd.

Volgens de onderzoekers kan de aanvraagprocedure fraudegevoelig zijn, al hebben ze daarvan geen concreet geval geconstateerd. Vooral bij de controle van de gegevens van de belanghebbende partij, zoals een werkgever, zou het mis kunnen gaan. Een aanvrager zou een werkgever kunnen verzinnen om zo aan een bewijs van goed gedrag te komen.

Minister Hirsch Ballin (Justitie) kondigt in een brief aan de Tweede Kamer maatregelen aan om identiteitsfraude te voorkomen. Ook laat hij onderzoeken hoe de echtheidskenmerken van de VOG kunnen worden verbeterd, zodat valse verklaringen makkelijker zijn te herkennen.

De bewindsman heeft ook opdracht gegeven de beleidsregels te verhelderen. Die zijn nu onvoldoende duidelijk, waardoor de beoordeling veel tijd kost.

De regels voor verstrekking van een VOG werden begin dit jaar aangescherpt nadat in de herfst was gebleken dat een docent met een zedenverleden nog voor de klas stond. Uit een inventarisatie bleek bovendien dat negentien keer een VOG is verstrekt aan iemand die is veroordeeld voor een zedendelict. Half juli riep het ministerie na een ander incident werkgevers op te controleren of verklaringen van goed gedrag van het personeel echt zijn.