Nog veel vragen rond vondelingetje
Het vondelingetje Luca, dat twee weken geleden werd aangetroffen op het Centraal Station in Amsterdam, vertoont een opmerkelijk vlak gedrag. Politie, Kinderbescherming en deskundigen op het gebied van orthopedagogiek en psychologie tasten nog altijd volledig in het duister naar zijn achtergrond, taal en gedragingen.
Luca, zoals het naar schatting 5-jarige kale jongetje wordt genoemd (hij droeg een plaatje met die naam toen hij werd gevonden), is voorlopig geplaatst in een kindertehuis waar hij zit in een crisisopvanggroep van acht kinderen. Zijn gedrag is volgens een woordvoerder van de Raad voor de Kinderbescherming „vlak, maar ook gezeglijk.”
„Er zijn hier kinderen die moeilijk hanteerbaar zijn en agressief, dat geldt zeker niet voor Luca. Hij lacht niet, maar is ook niet verdrietig. Dat is bijzonder in deze situatie”, aldus de woordvoerder, die stelt dat Luca niet gedragsgestoord reageert op de situatie waarin hij zit. „Hij lijdt niet, noch emotioneel, noch fysiek, en doet goed mee in de groep.”
Volgens orthopedagoge L. Bakker, verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen, is het onmogelijk te zeggen of de jongen lijdt onder de situatie. „Dat je niet kunt zien dat hij verdrietig is, zegt niets. Er zijn meer oorzaken voor zijn vlakheid mogelijk. Hij kan er door omstandigheden moeite mee hebben om zich te hechten aan mensen, bijvoorbeeld door problemen met eerdere verzorgers. Er kan ook een cultuurgebonden oorzaak zijn; er bestaan culturen waarin weinig tot niet gepraat wordt met jonge kinderen”, zegt de orthopedagoge, die is gespecialiseerd in problematische opvoedingssituaties.
Bakker sluit ook niet uit dat de gelaten houding van Luca wordt bepaald door een aan autisme verwante stoornis. „Het is heel moeilijk iets te zeggen over zijn gedrag, omdat we zijn gezinsomstandigheden niet kennen.” Toch noemt Bakker het gedrag „niet helemaal normaal.” „Je zou verwachten dat hij verdrietig is en bang in een hoekje kruipt.”
De communicatie met Luca wordt bemoeilijkt door het feit dat nog steeds niet vaststaat welke taal hij spreekt. Vele tolken, voor het merendeel gespecialiseerd in Oost-Aziatische talen, hebben geprobeerd contact te leggen. Tot op heden boekte niemand resultaat. De politie zegt bij het zoeken naar tolken vooral af te gaan op het uiterlijk van de jongen. Zijn gelaatstrekken wijzen in eerste instantie naar Mongolië, maar op die taal reageert Luca niet. „Hij humt en brabbelt wat. Hij praat niet”, aldus de politie.
In het kindertehuis worden, bijvoorbeeld tijdens de maaltijden, video-opnamen van Luca gemaakt die worden getoond aan verschillende deskundigen. Het gaat hierbij onder meer om een psycholoog, een orthopedagoog en diverse medisch specialisten. De medici onderzoeken momenteel ook de opvallende kaalheid van de kleuter. Hij heeft geen hoofdhaar, wenkbrauwen of wimpers, wat zeer zeldzaam is bij jonge kinderen.
Volgens Bakker zitten de betrokken hulpverleners in een moeilijke positie. „Wat Luca nodig heeft, is veiligheid en stabiliteit. Anderzijds willen we ook weten wat er gebeurd is en welke taal hij spreekt. Hiervoor zul je hem toch door diverse mensen moeten laten onderzoeken. Dat bijt elkaar een beetje.”
Het Bureau Jeugdzorg in Amsterdam heeft op dit moment voor drie maanden de voogdij over Luca en de volledige zeggenschap over het kind. Als de ouders niet worden gevonden, moet de Raad voor de Kinderbescherming binnen enkele weken een advies uitbrengen over zijn toekomst. Er volgt dan een voogdijmaatregel voor onbepaalde tijd tot Luca meerderjarig is.
De Kinderbescherming streeft ernaar kinderen zo veel mogelijk in een gezinssituatie te laten opgroeien. In eerste instantie kan zij een pleeggezin vragen de voogdij op zich te nemen. Eventueel kunnen deze pleegouders een officiële adoptie aanvragen, maar volgens de woordvoerder van de Kinderbescherming neemt dat hele traject zeker enige jaren in beslag.