Cultuur & boeken

E. W. Bullinger knoopt Oude en Nieuwe Testament van elkaar los

Titel: ”God heeft gesproken. Basiswaarheden van Gods plan”
Auteur: E. W. Bullinger; vert. H. B. Slagter
Uitgeverij: Everread, Wijk bij Duurstede, 2006
ISBN 978 90 6694 269 1
Pagina’s: 256
Prijs: € 18,95.

Dr. P. de Vries
22 August 2007 14:50Gewijzigd op 14 November 2020 05:02

De anglicaanse predikant E. W. Bullinger (1837-1913) hing een vorm van dispensationalisme aan. In zijn theologie gaat hij weliswaar uit van de Bijbel als het Woord van God, maar hij legt vervolgens een schema aan de tekst op dat op diverse punten wringt met de Bijbelse voorstelling van zaken. Bullinger stamde rechtstreeks af van de Zwitserse reformator Heinrich Bullinger. Op grond van zijn studies op het terrein van de Bijbelwetenschap verleende de aartsbisschop van Canterbury hem in 1881 de graad van doctor in de theologie. Van 1867 tot aan zijn dood was hij secretaris van de Trinitarian Bible Society. Tal van artikelen van zijn hand verschenen in het van 1894 tot 1915 maandelijks verschijnende blad ”Things to Come”.

Bullinger hing een vorm van dispensationalisme aan. Dat houdt in dat hij ervan uitgaat dat God in een aantal op elkaar volgende bedelingen volgens verschillende principes handelt en de leerstellingen van de ene bedeling zorgvuldig van de andere bedeling moeten worden gescheiden. Fundamenteel is het onderscheid tussen Israël en de kerk.

De overgang van de bedeling van Israël die door de wet gekenmerkt wordt naar de bedeling van de kerk die een bedeling van genade is, ziet Bullinger zich in het boek Handelingen voltrekken. Handelingen is volgens hem niet het begin van de geschiedenis van de nieuwtestamentische christelijke gemeente, maar het slot van Israëls volksgeschiedenis. Het boek Handelingen laat zien dat Israël als volk nog steeds de mogelijkheid werd geboden zich te bekeren. Als Israël dit deed, zou de wederkomst niet lang meer op zich laten wachten.

Het slot van Handelingen markeert volgens hem de verwerping van Israël; een verwerping die overigens niet definitief is, want aan de vooravond van het duizendjarige rijk wordt Israël weer aangenomen - een aanneming die uitloopt op de opname van de dan levende heiligen tot Christus en de wederkomst van Christus. De wederkomst van Christus -uitgesteld vanwege Israëls onbekeerlijkheid- vindt dan plaats. Niet alleen de onvervulde oudtestamentische profetieën worden vanaf dat moment vervuld, maar ook tal van nieuwtestamentische voorzeggingen die spreken over dingen die dit geslacht meemaken zal of die haast zullen geschieden.

Schema
Al deze gedachten vinden we terug in ”God heeft gesproken. Basiswaarheden van Gods plan”, een bundeling van een aantal artikelen die Bullinger in de jaren 1911 en 1912 schreef in ”Things to Come”. Het feit dat het hier om gebundelde artikelen gaat, verklaart mede dat een verantwoording van het dispensationalistische lezen van de Schrift ontbreekt. Er wordt zonder meer van uitgegaan, zonder dat er argumenten voor worden gegeven, dat deze wijze van het lezen van de Schrift juist is.

Terwijl in de hoofdstroom van het dispensationalisme de bedeling van de kerk aanvangt met Pinksteren en men meent dat vanaf de dood van Christus aan het kruis tot aan de opname van de gemeente geen profetieën tot vervulling komen, ziet Bullinger, zoals we al constateerden, de bedeling van de kerk pas aan het einde van het boek Handelingen aanbreken. De opname tot Christus laat hij ook niet aan de wederkomst voorafgaan maar ermee samenvallen. Volgens Bullinger hebben slechts de laatste door Paulus geschreven brieven rechtstreeks betrekking op de huidige bedeling van de kerk. Dan gaat het om de zogenaamde gevangenisbrieven (Efeze, Kolossensen, Filippensen) en de pastorale brieven.

Bullinger en andere dispensationalisten met hem gaan uit van de Bijbel als het Woord van God. Dat wensen zij recht te doen. Die intentie is volledig juist. Het grote manco is echter dat zij een schema dat aan de Bijbel vreemd is, opdringen aan de teksten. De wijze waarop de bedelingen worden aangebracht, is niet gebaseerd op expliciete Bijbelse gegevens maar op een vernuftige combinatie ervan waaruit vervolgens vérreikende conclusies worden getrokken. De notie van voortgang in de openbaring wordt niet verdisconteerd. Het Oude Testament wordt gelezen als was er geen Nieuw Testament en in ieder geval delen van het Nieuwe Testament worden losgemaakt van het Oude Testament. Exegetisch en theologisch doet Bullinger geen recht aan de verbondenheid van de nieuwtestamentische gemeente met het oudtestamentische Israël.

Profetieën
Bullinger en andere dispensationalisten met hem menen dat er in de oudtestamentische profetieën geen aanknopingspunten zijn voor het ontstaan van de nieuwtestamentische gemeente. Zij baseren zich dan op de woorden van Paulus dat er met betrekking tot de nieuwtestamentische gemeente sprake is van een verborgenheid die niet aan de oudtestamentische profeten was geopenbaard. Die verborgenheid is echter niet de nieuwtestamentische gemeente als zodanig. De allereerste joodse christenen wisten dat het ontstaan van de gemeente in het verlengde lag van de oudtestamentische heilsprofetieën. Zo zag Jakobus er de vervulling in van de belofte uit het slot van Amos dat de vervallen hut van David hersteld zou worden. Paulus verbond zijn zendingsarbeid onder de heidenen met de profetie van de knecht des Heeren uit Jesaja 49. De nieuwtestamentische gemeente ontstond als een stroming binnen het joodse volk; een stroming die ook heidenen een plaats gaf, en wel een gelijke plaats, ook al onderwierpen zij zich niet aan de gehele mozaïsche wetgeving.

Dat laatste is het nieuwe element ten opzichte van oudtestamentische heilsprofetieën voor de volkeren. Christenen uit de heidenen zijn medeburgers van de oudtestamentische en eigentijdse joodse heiligen. Zij zijn ingeënt in de ene olijfboom, terwijl menige natuurlijke tak is uitgehouwen. Tegelijkertijd blijft Israël het eerste adres van het Evangelie. Dit leert ons het boek Romeinen. Nergens geeft Paulus in zijn latere brieven aanleiding tot de gedachte dat er een fundamentele nieuwe situatie is ontstaan ten opzichte van de tijd dat hij eerdere brieven schreef.

Het Nieuwe Testament laat ons zien dat de dood en de opstanding van Christus hét heilshistorische keerpunt vormen. Het ontstaan van de nieuwtestamentische gemeente die naar haar wortels joods is, al krijgen heidenen er een plaats binnen, is daarmee verbonden. Het Nieuwe Testament geeft nergens aanleiding tot de gedachte dat God hierop terugkomt. De nieuwtestamentische kerk is geen intermezzo dat vreemd is aan de voortgaande lijn van de openbaring van de oude naar de nieuwe bedeling, maar heeft er een vaste en blijvende plaats, totdat het volk des Heeren uit oude en nieuwe bedeling het nieuwe Jeruzalem binnengaat.

Recht snijden
In de visie van Bullinger krijgt Israël in de toekomst wél weer een belangrijke plaats, maar heeft het in de bedeling van de kerk eigenlijk afgedaan. Dat laatste is niet terecht. Eigenlijk vertoont het dispensationalisme overeenkomsten met Marcion. Marcion schreef het Oude Testament en ook delen van het Nieuwe Testament af. Dat doen dispensationalisten niet, maar wel is voor hen slechts een aantal nieuwtestamentische Bijbelboeken rechtstreeks relevant voor de christelijke kerk. De gehele Schrift wordt in het kader van een soort apocalyptische blauwdruk voor de toekomst geplaatst. Daarbij wordt aan de betekenis van de totale Schrift als gids en wegwijzer voor elke generatie tot aan de wederkomst geen recht gedaan.

Bij Bullinger en andere dispensationalisten speelt 2 Timotheüs 2:15, waar over het recht snijden van het Woord der waarheid wordt gesproken, een grote rol. Het rechte snijden wordt dan verstaan als het juiste verdelen in dispensaties. Elke tekst moet in de juiste dispensatie worden geplaatst om misverstaan ervan te voorkomen. Dit is echter in het geheel niet de bedoeling van Paulus. De achterliggende gedachte is dat een predikant het Woord op de juiste wijze moet overbrengen, zoals een werkmeester met zijn materiaal omgaat. Het is trouwens niet onmogelijk om te denken aan brood dat in stukken wordt gesneden opdat het opgegeten kan worden. Zo dient in de prediking het Woord van God te worden afgesneden en uitgedeeld. Ik vind het jammer om te zeggen, maar het boek van Bullinger levert daar helaas geen bijdrage aan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer