„Bekering moet in preek meer aandacht krijgen”
BERGNEUSTADT - Preken over bekering zijn buiten de kerk nooit populair geweest. Maar tegenwoordig zwijgen ook christenen liever over het onderwerp, aldus de Duitse theoloog prof. dr. Christoph Stenschke. „Ik denk dat er grote onzekerheid onder ons is.”
Dr. Stenschke, docent Nieuwe Testament aan de Bibelschule Wiedenest in Bergneustadt in Noord-Rijnland-Westfalen, uitte zijn zorgen onlangs in een artikel in het blad Die Gemeinde. Dit is het orgaan van de Bund Evangelisch Freikirchliche Gemeinde (Bond van Vrije Evangelische Gemeenten), een unie van baptistengemeenten en vergaderingen van gelovigen die samen 80.000 leden tellen.In het artikel bespreekt de Bijbelschooldocent, die ook gasthoogleraar is aan de Universiteit van Zuid-Afrika in Pretoria, enkele aspecten van wat het Nieuwe Testament over bekering zegt. Hij concludeert: „Dit alles weten we. Maar geloven we dat in onze postmoderne, tolerante tijd nog echt? En als we het geloven, hebben we dan de moed het ook zo te zeggen?”
Dr. Stenschke zegt desgevraagd dat hij geen harde kritiek vanaf de zijlijn wil leveren. „Ik ben zelf predikant binnen de bond en wil mijn medepredikanten tot nadenken aanzetten. Ik heb een aantal dingen benoemd die ik zie gebeuren. Ik heb ook niet alle antwoorden. Als ik zelf over bekering preek, worden echt niet alle aanwezigen bekeerd.”
Waarom hebt u het artikel geschreven?
„Ik denk dat we niet genoeg over bekering spreken. We hebben het graag over Gods liefde, Jezus als onze Vriend en de warmte van een christelijke gemeente. Komen tot Christus betekent echter bekering, een radicale verandering. Dat moet de mensen verteld worden. We doen dat te weinig.”
Kunt u een voorbeeld geven van wat u bedoelt?
„Er is iets wat mij steeds weer opvalt. Wij praktiseren de geloofsdoop en voordat mensen gedoopt worden, geven ze hun getuigenis hoe ze Christus hebben leren kennen. Als ik daarnaar luister, valt het mij telkens weer op dat mensen iets vertellen over hun oude leven, misschien iets over de kerk waar ze zich thuis voelen, maar heel weinig over het feit dat ze van zichzelf erkennen dat ze zondaren zijn, dat ze berouw hebben over hun vroegere leven en dat ze een nieuw leven begonnen zijn.
Het is vaak heel erg vaag wat ze zeggen. Ik verwacht echt geen volledige geloofsbelijdenis of dogmatische verhandeling. Maar hoe kunnen mensen hun geloof belijden zonder berouw, zonde en bekering te noemen? Dat verbaast me altijd weer en stelt me in zeker zin ook telkens teleur.
Of neem ons evangelisatiewerk. We willen mensen helpen, we hebben bijvoorbeeld een bijeenkomst met als thema ”Onderwijs aan kinderen” of ”Je toekomst plannen”, of iets anders dat niet-christenen moet aanspreken. Meestal geven we alleen advies hoe ze beter het leven door kunnen komen, in plaats van hen te confronteren met het feit dat ze verloren zondaren zijn op weg naar de hel en dat ze zich moeten bekeren. We zeggen dat nauwelijks meer.”
Wat is volgens u de oorzaak van deze ontwikkeling?
„Voor een deel is dit te wijten aan het postmodernisme, dat ook op ons invloed heeft. Ik denk dat er grote onzekerheid onder ons is. Is Jezus werkelijk de enige weg? Zijn mensen zonder Hem werkelijk verloren? Is het Evangelie de oplossing voor alle mensen? Ik ben bang dat als mensen in onze kerken echt eerlijk reageren, de antwoorden ons zouden verbazen.
Het heeft ook te maken met het feit dat we ons minder op de Bijbel baseren dan vroeger. Het verwaarlozen van de Bijbel gaat samen met het verwaarlozen van deze onderwerpen.
Een andere reden is waarschijnlijk dat we denken dat we mensen afstoten als we hen hierover vertellen. We willen graag aantrekkelijk zijn. Het is veel gemakkelijker om over Gods liefde te spreken dan over de noodzaak van bekering.”
Wat zijn volgens u de gevolgen van deze ontwikkeling voor de kerk?
„Ik heb de indruk dat sommige mensen die zich bij onze kerken voegen geen inzicht hebben in de basis van het christelijk geloof. Christen worden betekent een duidelijke breuk met je oude leven en de waarden van deze wereld. Er is vaak heel weinig erkenning van zonden. En bij sommige mensen zie je heel weinig van een heilig leven. Dat zal de kerk uiteindelijk verzwakken.”
Wat kan de kerk doen om deze ontwikkeling tegen te gaan of te keren?
„Ik denk dat we terug moeten naar een gezonde Bijbelse prediking waarin de hele Bijbel aan bod komt. Niet alleen de liefde van God, maar ook de genoemde onderwerpen. We moeten de moed hebben deze dingen te verkondigen, in onze persoonlijk contacten met de mensen om ons heen, in ons evangelisatieactiviteiten, maar ook vanaf de preekstoel. We moeten bereid zijn ook de Bijbelse waarheden aan de orde te stellen die niet populair zijn. Als de mensen die niet graag willen horen, is dat geen reden om ze niet aan de orde te stellen.”
Hoe reageren mensen in de kerk als u uw zorgen op dit punt naar voren brengt?
„Meestal positief. Veel mensen zien hetzelfde probleem, maar er is veel onzekerheid over hoe het aangepakt moet worden. Over het algemeen krijg ik positieve reacties als ik deze dingen aan de orde stel. Mensen herkennen wat ik zeg.”
Bent u bezorgd over de toekomst?
„Veel gemeenten zijn op het juiste spoor. Maar er zijn ook andere waarover ik bezorgd ben dat ze hun nieuwtestamentisch profiel verliezen. Ik ben erg bang dat we centra voor spiritualiteit worden, waar mensen komen om de warmte van de christelijke gemeenschap te ervaren, maar waar ze het Bijbelse Evangelie niet horen in de mate waarin ze het zouden moeten horen.
Ik ben ook op zoek voor oplossingen voor mijzelf. Gewoon preken zoals twee generaties terug gebeurde, is waarschijnlijk niet genoeg. De vraag is: Hoe kunnen we de Bijbelse waarheid zo communiceren dat postmoderne hoorders die begrijpen en beseffen wat die betekent?”