Japan worstelt met zijn nieuwe rol in Azië
TOKIO (IPS) - Na de overgave die op 15 augustus 1945 een einde maakte aan de Tweede Wereldoorlog, gloort voor Japan een invloedrijke rol in Azië. Maar het land staat ook voor nieuwe en pijnlijke keuzes, zeggen Japanse analisten.
„Voor de meeste Japanners is het oude beeld van een sterk pacifistisch land op losse schroeven komen te staan”, zegt prof. Koichi Ishiyama, expert in internationale economie aan de Tooinuniversiteit in Yokohama. „Japan heeft momenteel te maken met een assertief Azië, de groeiende invloed van China in de regio, een aanstaande top van de twee Korea’s en een langzamere economische groei. Dat veroorzaakt een onbestendig gevoel.”Als de bescheiden ceremonieën woensdag bij de Yasukunischrijn, ook wel Dag van Rouw genoemd, gelden als voorbeeld van de manier waarop Japan omgaat met de nieuwe geopolitieke situatie, dan is het gebrek aan gebruikelijke nationalistische geestdrift een levendige indicatie van de voortdurende verwarring in het land.
In tegenstelling tot twee jaar geleden, toen toenmalig premier Junichiro Koizumi op 15 augustus 2005 de Yasukunischrijn bezocht, bleven de ministers en premier Shinzo Abe, een doorgewinterde conservatief, thuis. Een ontwikkeling die volgens deskundigen het gevolg is van de uitslagen van de verkiezingen vorige maand. De regerende Liberaal Democratische Partij leed daarbij een nederlaag.
„Het besluit om de Yasukunikwestie dit jaar niet te hoog op te laten spelen, reflecteert de verkiezingsuitslag. Die laat zien dat het publiek niet achter Abes beleid staat. Dat is gebaseerd op bevorderen van nationalisme door een sterke regering die de glorie van het verleden wil herstellen”, zegt analist Hideo Shimzu, een grondwetexpert.
Bij Yasukuni liggen Japanse oorlogsmisdadigers begraven. De Shintoschrijn speelde een centrale rol toen Japan een groot deel van Azië binnenviel aan het begin van de twintigste eeuw. Traditioneel verzamelen zich op 15 augustus oud-strijders in militaire uniformen en rechtse groepen bij de schrijn, om op te roepen tot een militair sterk Japan.
Abe, bedacht op kritiek uit Aziatische landen, heeft de schrijn na het vertrek van Koizumi niet bezocht. Wel heeft hij zich de revisie van de pacifistische Japanse grondwet, die na de Tweede Wereldoorlog werd opgesteld, ten doel gesteld. Die wijziging zou een belangrijke stap zijn op weg naar een leidende Japanse rol in wereldwijde kwesties.
Abe wil een sterke Japanse regering die het land trots kan maken op zijn verleden en identiteit. Dat is volgens hem noodzakelijk om te kunnen omgaan met een veranderende wereld. In lijn met dat beleid hebben de Japanse zelfverdedigingstroepen een speciale eenheid die inzetbaar is bij conflicten in het buitenland. Ook hield Japan samen met India en de Verenigde Staten marineoefeningen in de Indische Oceaan.
Volgens analisten verloopt deze nieuwe strategie echter minder vlot dan in eerste instantie verwacht. „De poging om het nationalisme te laten herleven, sloeg tot op zekere hoogte aan bij het publiek, omdat dat op zoek was naar nieuw zelfvertrouwen na de economische en sociale neergang van de afgelopen tien jaar. Maar de daarmee gepaard gaande opkomst van de conservatieve politiek heeft nieuwe alarmerende kwesties op de agenda gezet en de behoedzaamheid bij het publiek vergroot”, zegt Shimzu.
Het meest noemenswaardig in dit verband zijn de nog verder bekoelde relaties met China en de beide Korea’s. Het bezoek van Koizumi aan de Yasukunischrijn leidde tot een succesvolle Chinese campagne tegen Japanse pogingen om een permanente zetel in de VN-Veiligheidsraad te krijgen in 2005.
Een ander dilemma voor Japan is de isolatie van het land als het gaat om het neutraliseren van de Noord-Koreaanse dreiging in Azië, zegt Masao Okonogi, professor aan de Keio-universiteit, verwijzend naar de top van Noord- en Zuid-Korea op 28 augustus. Abe heeft de Japanse diplomatie op een ongemakkelijk pad geleid met zijn harde lijn tegenover Noord-Korea. Hulp aan de stalinistische staat is gekoppeld aan de terugkeer van ontvoerde Japanners. De Verenigde Staten, Zuid-Korea en China kozen voor een meer coöperatieve strategie en zij nemen nu de leiding in de besprekingen om Pyongyang zo ver te krijgen het nucleaire wapenprogramma in te dammen. „De regering-Abe maakt in deze regionale kwestie een grote fout”, zegt Okonogi, die regelmatig de conservatieve analisten die Abe steunen uitdaagt.
De Japanse isolatie in de Aziatische diplomatie is ook duidelijk merkbaar op het economisch front, waar Japan een antwoord moet vinden op de uitdaging van de Chinese economische groei. „Terwijl de Japanse investeringen en hulp in Azië hoog gewaardeerd worden in de regio, kan niemand ontkennen dat China geworden voor veel landen de belangrijkste handelspartner is. Dat vraagt om een nieuwe visie in Japan, en bekrompen nationalisme is niet het antwoord”, zegt Ishiyama.