Binnenland

„Twee voor twaalf voor Japan”

DEN HAAG - „Het is twee voor twaalf voor Japan om het respect van de wereld te herwinnen.” Het land kan nu nog excuses aanbieden aan de vrouwen die in de Tweede Wereldoorlog als seksslavin werden misbruikt door Japanse militairen.

Binnenlandredactie
16 August 2007 11:13Gewijzigd op 14 November 2020 05:01
DEN HAAG – Een veteraan droogt zijn tranen bij het Indisch monument. Daar werd woensdag de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 herdacht. Deze overgave betekende het einde van de oorlog in Zuid Oost Azië en van de Tweede Wereldoorlog in het Koninkrij
DEN HAAG – Een veteraan droogt zijn tranen bij het Indisch monument. Daar werd woensdag de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945 herdacht. Deze overgave betekende het einde van de oorlog in Zuid Oost Azië en van de Tweede Wereldoorlog in het Koninkrij

Dat zei Marguerite Hamer-Monod de Froideville woensdag in Den Haag bij de herdenking van de capitulatie van Japan, die meteen het einde van de oorlog betekende.Japan zou de slachtoffers niet alleen een morele maar ook een „behoorlijke wettelijke compensatie” moeten geven voor het ondergane leed. Het land zou daarbij het woord ”shazai” moeten toepassen, hetgeen excuus voor een begane zonde betekent. Tot nu toe werd volgens Hamer ”owabi” gebruikt, een haar te lichte term.

Hamer was tot 2001 voorzitter van de Stichting Project Implementation Committee. Via dit project kregen 79 Nederlandse voormalige troostmeisjes een bedrag van ruim 57.000 gulden uit Japan, maar alleen op morele gronden. Onder de minstens 200.000 seksslavinnen uit diverse landen waren circa 200 tot 300 Nederlandse vrouwen.

Vooral zeer jonge meisjes werden geronseld (ook door particulieren), omdat zij vrij waren van ziektes, zei Hamer. Hoewel verkrachting door militairen in oorlogstijd toen wel degelijk strafbaar was in Japan, waren de legerbordelen een bij de Japanse regering bekend initiatief van de legertop. „Om de conditie van de militair te verhogen werden Japanse soldaten soms zelfs verplicht om, voorafgaand aan een gevechtshandeling, een legerbordeel te bezoeken.”

Veel slachtoffers, vooral die van Aziatische afkomst, zwegen later uit schaamte en uit vrees door hun familie te worden verstoten. „Een groot aantal vrouwen heeft het niet overleefd. Veel vrouwen bezweken aan de gevolgen van het brute misbruik of ze hebben zelfmoord gepleegd omdat ze de schande niet konden verdragen. En als een vrouw een seksueel overdraagbare aandoening of andere ziekte opliep, werd ze afgeschreven. Het is ook regelmatig voorgekomen dat er vrouwen werden vermoord, omdat zij niet meer bruikbaar waren. Op die manier was ook meteen het bewijsmateriaal uit de wereld verdwenen”, aldus Hamer.

Tijdens de herdenking bij het Indisch Monument in Den Haag vroeg acteur Willem Nijholt zich af „hoe je een volk moet vergeven dat in 62 jaar nog nooit om vergiffenis heeft gevraagd.” De 73-jarige Nijholt draagt de herinneringen aan zijn tijd als kind in verschillende jappenkampen nog altijd met zich mee. Sterker nog, hij ziet het jongetje dat hij toen was nog altijd als zijn metgezel. En samen hebben ze er een te grote dobber aan Japan te vergeven, gaf hij woensdag toe.

Voor hij zijn declamatie ”Lampersari-kind” uitsprak, nam hij ongepland het woord. Hij verhaalde van zijn vader, van wie hij op zijn achtste afscheid moest nemen en die hij na vijf jaar sterk verouderd en als een vreemde terugzag. Hij vertelde hoe hij zijn moeder geslagen zag worden. „Ik dacht dat mijn moeder ook brak, net als de stok waarmee een Japanner haar onder handen nam.”

Nijholt windt zich op als mensen zeggen dat het al zo lang geleden is en dat de Japanners maar moeten worden vergeven. „Je zou er bijna om lachen als het niet zo dom, bot en respectloos was.” De op Java geboren Willem Nijholt zat in drie kampen: Karang Panas, Lampesari en Bangkong.

De herdenking bij het Indisch Monument werd bijgewoond door honderden mensen, onder wie premier Balkenende en andere politici, vicepresident van de Raad van State Tjeenk Willink en A. Blomjous, de chef van het Militaire Huis van de koningin. Diverse hoogwaardigheidsbekleders en organisaties legden kransen. Na afloop van de plechtigheid volgde een défilé langs het monument, waarbij iedereen bloemen kon leggen.

De herdenking was voor de Stichting Japanse Ereschulden, de Stichting Vervolgingsslachtoffers Jappenkamp en de Stichting Mata Hari aanleiding om een open brief te schrijven aan minister-president Balkenende. In de brief vragen de stichtingen „om het gesprek met de Indische Gemeenschap te heropenen om de rechtvaardigheid nu eindelijk eens te laten prevaleren voor een groep Nederlandse burgers, die ook recht hebben op een volledig rechtsherstel.”

voetnoot (u17(Zie ook pag. 5.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer