„Fusie leidt vaak tot kapitaalvernietiging”
UTRECHT (ANP) - De Europese Commissie zou de kapitaalvernietiging door fusies en overnames moeten tegengaan. Dat stelt hoogleraar en fusie-expert Hans Schenk van de Universiteit Utrecht.
De hoogleraar economie is enige tijd geleden door de Europese Commissie gevraagd om advies en is momenteel bezig met een onderzoek, dat volgend jaar wordt afgerond.Schenk staaft zijn pleidooi met harde cijfers. „Door Europese bedrijven is tussen 1995 en 2000 ruim 5000 miljard dollar over de balk gesmeten door inefficiënte overnames. Sinds 1989 heeft de Commissie 15 van de 3000 onderzochte fusies tegengehouden. Dit heeft dus nauwelijks iets om het lijf.”
De Europese Commissie grijpt volgens Schenk niet snel genoeg in bij fusies of overnames, omdat ze zich baseert op 150 jaar oude economische theorieën, in plaats van op recent onderzoek. De hoogleraar doet al jarenlang samen met dertig andere wetenschappers onderzoek naar het nut van fusies. Iedere keer weer blijkt dat het gemiddelde slagingspercentage van fusies rond de 15 ligt, aldus Schenk.
Hij verbaast zich erover dat de politiek de markt idealiseert en bedrijven hun gang laat gaan. „In totaal schat ik dat onze economie, in periodes waarin veel fusies plaatsvinden, ieder jaar 3 à 4 procent meer zou kunnen groeien als de negatieve effecten van inefficiënte fusies en overnames werden weggenomen”, licht de fusie-expert toe.
De overheid moet volgens Schenk ingrijpen, omdat bedrijven de beslissing tot een fusie of overname vaak uit verkeerde overwegingen nemen. „Een bestuurder heeft meer spijt als hij een kans heeft gemist die door concurrenten wel is gezien, dan wanneer hij samen met de concurrent in de fout gaat. Zelf het initiatief nemen tot een fusie is bovendien gunstiger voor het zittende bestuur, omdat de kans dat het mag aanblijven na de deal dan groter is.”
Doordat bedrijven elkaar aansteken, vertonen fusies een golfpatroon. Iedere golf duurt gemiddeld tien jaar. „De fusiegolven hebben een duidelijke relatie met een neergang in de economie. Na iedere golf volgt een recessie.” Volgens Schenk bevindt Nederland zich momenteel op de piek van de zesde fusiegolf. Hij noemt de overnames van ABN AMRO, Numico en Getronics als voorbeeld.
De fusie-expert ziet bovendien een duidelijk verband tussen de opkomst van private equity, ook wel durfkapitalisten genoemd, en fusiegolven. Schenk heeft het afgelopen jaar onderzoek gedaan naar private equity. Zij kopen bedrijven, die onvoldoende aandeelhouderswaarde creëren, en splitsen die op.
„Tegen het eind van een fusiegolf komen nu private-equitypartijen om de hoek kijken. Zij lappen de kneusjes op die zijn gecreëerd door de mislukte overnames”, verklaart Schenk. „Dat is een nuttig en waardecreërend proces.”
De eerste keer dat dit fenomeen werd waargenomen was eind jaren ’80 in de Verenigde Staten, tijdens de vierde fusiegolf. De financiële technologie rond private equity is toen ontwikkeld, aldus Schenk. Pas sinds 2001 zijn de opkoopfondsen op het vasteland van Europa in opkomst. De econoom stelt dat ze nu niet meer zijn weg te denken uit de financiële wereld.
Toch zijn er ook negatieve effecten van overnames door private equity. Uit recent onderzoek van Schenks team blijkt dat het aantal faillissementen bijna vier keer hoger ligt bij bedrijven die zijn overgenomen door private equity dan bij ’gewone’ overnames.
Dit heeft te maken met de risicovolle financiering. „Private equity financiert bedrijven meestal met 80 procent geleend geld”, aldus de hoogleraar. Dit legt een sterke druk op de langetermijninvesteringen bij een onderneming. „Vooral de investeringen in innovatie zijn het kind van de rekening, waardoor het voortbestaan van de onderneming in de waagschaal wordt gesteld.”