Kinderen vertrouwd met internet en gsm
BRUSSEL - Het gebruik van internet en mobiele telefoon is onder kinderen in Europa de gewoonste zaak van de wereld. Over het algemeen zijn zij op de hoogte van de risico’s die zich daarbij aandienen.
Dat stelt de Europese Commissie vast aan de hand van de resultaten van een onderzoek die zij vrijdag publiceerde. Zij legde in alle lidstaten een serie vragen voor aan jongeren in de leeftijd van 9 tot en met 14 jaar. Voor Nederland geldt dat de meesten van hen „frequent” bezig zijn met internet, dat wil zeggen dagelijks of in ieder geval enkele malen per week. Daarbij gaat het per keer om gemiddeld een tot twee uur. Het leren omgaan met het betrokken medium is een kwestie van zelf ontdekken. Ouders en school spelen hierbij nauwelijks een rol.Een andere conclusie luidt dat Nederlandse kinderen vertrouwd zijn met veel toepassingen. Msn is het populairst. Zij beschikken ook over volop bedrevenheid in surfen, downloaden, spelletjes spelen en e-mailen.
In de categorie van 12- tot en met 14-jarigen bezit bijna iedereen een mobieltje. „Altijd bereikbaar zijn”, vermelden zij als de voornaamste reden om er een te hebben. Zij grijpen vooral naar hun gsm voor gesprekken en sms’jes met vrienden en familieleden. Maar ook voor fotograferen, gamen en muziek luisteren via een mp3-speler of een radio raken de apparaatjes onder hen steeds meer in zwang.
Uit de antwoorden leidt de Europese Commissie af dat de jeugd zich goed bewust is van de potentiële onlinerisico’s, zoals in de sfeer van de veiligheid, virussen, toegang tot ongewenste inhoud, identiteitsroof en gevaarlijke contacten met onbekenden.
De meeste kinderen in Nederland hebben niet het gevoel dat zij door hun ouders veel beperkingen opgelegd krijgen. Voor zover er grenzen worden gesteld, gaat het volgens hen vooral om de tijd die zij op internet mogen doorbrengen. Aspecten in relatie tot gezondheid en hoeveelheid huiswerk en de weersomstandigheden buitenshuis zijn belangrijke bepalende factoren voor de limiet.
Hoewel vader en moeder vaak niet expliciet verbieden om pornografische sites aan te klikken, beseffen de kinderen wel dat zij liever hebben dat zij dat niet doen, zo komt uit de onderzoeksresultaten naar voren. Andere spelregels die door de geënquêteerden genoemd worden zijn: niet chatten met vreemden en geen spelletjes spelen waarbij veel geweld aan de orde is. Als zich problemen voordoen, geven zij de voorkeur eraan die zelf of met vrienden op te lossen. Pas in laatste instantie zijn zij geneigd de ouders in te schakelen.
Eurocommissaris Viviane Reding (Informatiemaatschappij en Media) zegt in een reactie op de rapportage: „Het is bemoedigend te zien dat de Europese jeugd met zo veel vertrouwen digitale technologieën gebruikt. In staat zijn actief om te gaan met nieuwe media is van vitaal belang voor de ontwikkeling van een op kennis gebaseerde samenleving.” Tegelijk acht zij voortdurende waakzaamheid geboden, via onder andere mediaonderricht.