Rijke Brazilianen ontdekken de bus
SAO PAULO (IPS) - Vliegtuigongelukken en de algemene chaos op de overvolle luchthavens van Rio en Sao Paulo doen steeds meer Brazilianen kiezen voor de bus. Ze ontdekken een democratische en -vergeleken met het vliegtuig- milieuvriendelijke manier van reizen. Braziliaanse ingenieurs denken intussen na over een magneettrein om Rio en Sao Paulo met elkaar te verbinden.
De slanke blonde vrouw in designoutfit is zichtbaar niet op haar gemak in het busstation van de firma Viacao 1001 in Sao Paulo. De dure koffers met leer en goud die ze aan de kruier toevertrouwt, hebben duidelijk vaker de koele vrachtruimte van een lijnvliegtuig gezien dan de stoffige onderbuik van een autobus. Ze had zich misschien comfortabeler gevoeld in meer doordeweekse kleren en zonder hoge hakken.„Wat doen we nu?” vraagt ze aan haar reisgezel. Hij zegt haar in de rij te gaan staan en de chauffeur haar kaartje en identiteitsbewijs te laten zien. De controleur geeft haar een flanellen dekentje en een zakje met granenrepen, snoep en koekjes. „Wat is dit?” vraagt de vrouw enigszins sceptisch. „Dat is de lanchino, de snack voor onderweg, mevrouw”, antwoordt de controleur. „O leuk, we krijgen een feestje aan boord.”
Intussen prijst haar reisgezel zich gelukkig met zijn wijze beslissing deze keer niet het vliegtuig te nemen in Congonhas, de verouderde en overbelaste luchthaven in het centrum van Sao Paulo. De busreis mag dan zes uur duren, reizigers hoeven tenminste geen uren van tevoren in de luchthaven te zijn en de stoelen van de bus zijn minstens even comfortabel als die in de economyclass van het vliegtuig tussen Sao Paulo en Rio.
„Met de chaos op de luchthavens tegenwoordig waren we waarschijnlijk niet eens vertrokken”, zegt de man. Daarbij geniet hij nog na van de prijs van een buskaartje: 43 euro voor een retourtje, een kwart van wat hij voor de vliegreis had betaald. Dat busreizen statistisch gezien onveiliger zijn dan vliegreizen, is hij even vergeten. Het busverkeer tussen Rio, Sao Paulo en Belo Horizonte is dit jaar met 30 procent gestegen, zo blijkt uit cijfers van het centrale busstation in Rio. De busmaatschappij Viacao 1001 meldt een stijging van 17 procent in de ticketverkoop voor busreizen eerste klas sinds 17 juli. Op die dag stortte in Congonhas een vliegtuig neer van de Braziliaanse maatschappij TAM en kwamen 200 passagiers om het leven.
Het ongeluk en de chronische vertragingen en veiligheidsmaatregelen op de luchthavens hebben de liefde tussen de Brazilianen en de luchtvaart ernstig doen bekoelen. Sinds 2004 steeg het aantal vliegtuigpassagiers in Brazilië met 12 procent per jaar. De luchthaven van Conganhas werd ooit ontworpen voor 10 miljoen passagiers per jaar en moet nu bijna het dubbele verwerken. Er zijn ook niet genoeg luchtverkeersleiders om alles in goede banen te leiden.
Om de problemen te verhelpen, plannen lokale regeringen de bouw van nieuwe metrolijnen om de stadscentra te verbinden met luchthavens die verder uit de stad liggen. Een speciale commissie van de federale universiteit van Rio de Janeiro heeft bovendien een voorstel uitgewerkt om Sao Paulo en Rio te verbinden met een magnetische zweeftrein, naar Duits en Japans voorbeeld.
Zo’n zweeftrein zou het traject kunnen afleggen in negentig minuten, vijftig minuten meer dan een vliegtuig maar zonder de tijdrovende incheckprocedure. De technologie is te verkiezen boven een klassieke hogesnelheidstrein, omdat het landschap tussen de twee metropolen bergachtig is. In tegenstelling tot een klassieke trein kan een zweeftrein stijgingspercentages tot 15 procent aan en heeft hij genoeg aan een draaicirkel van slechts 300 meter.
De treinverbinding zou binnen zes jaar klaar kunnen zijn, tegen een kostprijs van 3,8 miljoen euro. Het project betekent ook in ecologisch opzicht winst. Een passagier die met de zweeftrein van Sao Paulo naar Rio reist, verstookt 2 kilo koolstofdioxide. Met het vliegtuig is dat 98 kilo koolstofdioxide, met de auto 26 kilo en met de bus 13 kilo.
Na vier uur reizen krijgt het koppel nieuwe buspassagiers de kans om even de benen te strekken in Resende, op de grens van de deelstaat Rio de Janeiro. De blonde vrouw kan haar geluk niet op als ze inkopen doet op het lokale marktje. Snoep, biologische vruchtensappen en keramiek van de lokale Guarani-indianen veranderen vlot van eigenaar, net als een fles cachaça, een brandewijn op basis van suikerriet, en enkele minder smaakvolle toeristenprullen. „Dit reisje bevalt me opperbest”, besluit ze, terwijl ze enkele overvolle boodschappentassen terug naar de bus sleept.