Buitenland

Brandpreventie werkt, maar niet op Sicilië

ROME - Degenen die maandag een blushelikopter van de Italiaanse staatsbosbeheer beschoten, hadden een duidelijk en precies doel. De achttien kogels die werden afgevuurd, doorboorden het reservoir waarin het bluswater werd vervoerd.

Van onze correspondent
10 August 2007 10:18Gewijzigd op 14 November 2020 05:00

Toen de helikopter boven het te blussen gebied aan de hellingen van de Vesuvius, de vulkaan bij Napels, arriveerde, ontdekten de bemanningsleden de sabotage. In hetzelfde gewest hebben onbekenden maandag een onbemande radiocontrolepost buiten gebruik gesteld door de communicatielijnen door te snijden.Zelden kwam zo duidelijk aan het licht dat de georganiseerde criminaliteit achter veel bosbranden in Italië zit. Elk jaar treffen duizenden bosbranden vooral Zuid-Italië, het territorium waar de maffia heer en meester is. Het is geen toeval of alleen te wijten aan droogte dat de meeste branden op Sicilië uitbreken. Tot dusverre werden daar bijna 1000 branden geregistreerd, waarbij zo’n 15.000 hectare in rook opging. In de Italiaanse Alpenregio Alto Adige, die dit jaar ook op een bijzondere warme julimaand kon bogen, ging maar 6 hectare te verloren (64 brandjes).

Een onderzoek vorige maand van Lega Ambiente, de grootste milieubeschermingsorganisatie van Italië, toont aan dat er de laatste jaren resultaten zijn geboekt met brandpreventie- en bestrijding. Zo gingen in 2003 nog 90.000 hectare bos verloren, vorig jaar minder dan de helft. De verbetering is te danken aan wetgeving uit 2000 die gemeenten opdraagt een zogenaamd bosbrandkadaster aan te leggen. Daarin worden de verloren gegane gebieden minutieus in kaart gebracht. De getroffen percelen moeten binnen vijftien jaar na een brand dezelfde bestemming krijgen (meestal bos), maar herbebossing mag niet eerder beginnen dan vijf jaar na de brand.

De meeste bosbranden, die sowieso voor 99 procent van de gevallen worden aangestoken, hebben een economisch motief. Branden worden gesticht om bouw- of weidegrond te verkrijgen. Er zijn ook gevallen bekend van brandstichters die handelen in opdracht van bedrijven die te maken hebben met het inplanten van bossen, vandaar het moratorium op herbebossing.

De politie zit niet stil. Tussen 2003 en 2006 werden zo’n 1500 „criminele brandstichters”, zoals ze in het rapport worden genoemd, opgepakt. Maar nog geen honderd mensen gingen ervoor in de gevangenis. Volgens de milieuorganisatie heeft de kleine pakkans te maken met de omerta, een maffiawoord voor het stilzwijgen van medeplichtigen en getuigen. Van deze bijna honderd arrestanten werd het motief in kaart gebracht. Zo heeft een kwart van de brandstichters een pathologisch ziektebeeld. De overigen zijn niet te rangschikken onder de noemer pyromaan. Voor 40 procent zijn het boeren die het kreupelhout op hun akkers grenzend aan een bos afbranden (hetgeen op zich al een verboden activiteit is), waarbij het vuur overslaat. De vraag is of de boeren werkelijk zo gemakkelijk de controle verliezen over deze brandjes. Tien procent van de brandstichters werkt bij de brandweer of in de bosbouw. De overigen maakt vuur uit puur crimineel motief, bijvoorbeeld door het eigendom van een concurrent in waarde te laten dalen. Opdrachtgevers van zulke branden worden vrijwel nooit opgepakt. Dankzij het maffiose netwerk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer