De nieuwe regering moet proberen de vrede te bewaren en economie en infrastructuur weer op te bouwen in het door oorlogsgeweld geteisterde tropische land. Tijdens de burgeroorlog van 1991 tot 2002 kwamen in de voormalige Britse kolonie volgens uiteenlopende schattingen 50.000 á 120.000 mensen om het leven. Er werd op grote schaal gemarteld en verkracht.Er waren milities actief met als ’specialiteit’ het afhakken van ledematen en het afsnijden van andere lichaamsdelen. Die gruwelijke misdaden werd vaak gepleegd door gedrogeerde kindsoldaten. Een van de drijfveren van de brute oorlog was de smokkel van Sierraleoonse ’bloeddiamanten’.

De nog levende hoofdverantwoordelijken voor de oorlogsmisdaden moeten terechtstaan voor het Speciale Hof voor Sierra Leone (SCSL), waarvan Nederland een van de belangrijkste donoren is. Het SCSL in de Sierraleoonse hoofdstad Freetown heeft eerder dit jaar zijn eerste vonnissen gewezen. De belangrijkste SCSL–verdachte, ex–president Charles Taylor van buurland Liberia, wordt om veiligheidsredenen berecht in Den Haag, in een rechtszaal van het Internationaal Strafhof (ICC).

De nieuwe regering moet de voormalige kindsoldaten zien te integreren in de economie van een land waar 60 á 80 procent van de beroepsbevolking werkloos is. Maar er zijn ook tekenen van hoop: volgens de Wereldbank bedroeg de economische groei vorig jaar 7 procent, vooral dankzij het opbloeien van mijnbouw en landbouw.

De zittende president Ahmed Tejan Kabbah van de Sierraleoonse Volkspartij (SLPP) is na tien jaar aan de macht niet herkiesbaar. Hij heeft vicepresident Solomon Berewa naar voren geschoven als SLPP–kandidaat. Andere kanshebbers op het hoogste ambt zijn oppositieleider Ernest Koroma van de voormalige eenheidspartij APC en Charles Mangai, die zich met zijn Volksbeweging voor Democratische Verandering heeft afgesplitst van de SLPP.