Dodental overstromingen Azië stijgt
APELDOORN - Nu het dodental van de overstromingen in India, Bangladesh en Nepal opgelopen is tot boven de 2000, zijn de Nederlandse hulporganisaties inzamelingsacties gestart.
Het Rode Kruis zamelt via giro 661 geld in voor hulp aan de duizenden ontheemden in de Aziatische regio. Ook andere instanties bereiden acties voor. De christelijke organisaties Woord en Daad, ZOA-Vluchtelingenzorg, Red een Kind en Tear starten vrijdag met gezamenlijke fondsenwerving. Woordvoerder Kamsteeg van ZOA zegt dat dit gebeurt in het kader van een zogenaamd noodhulpcluster, waarin de vier instanties bij rampen samenwerken.De meeste doden, zeker 1551, zijn geteld in India. Alleen al in de deelstaat Bihar is er 1 miljoen hectare landbouwgrond onder water gelopen. In Bangladesh zijn al zeker 346 doden geregistreerd. Nepal meldde tot dusver 95 doden.
De moesson, die duurt van juni tot september, leidt in Zuid-Azië jaarlijks tot overstromingen. De overlast van dit jaar geldt echter als een van de ergste sinds mensenheugenis. Honderdduizenden mensen zijn ondanks de iets verbeterde weerssituatie nog volledig afhankelijk van voedsel- en andere hulp. In India zijn honderden opvangkampen waar mensen verblijven die alles hebben verloren. Duizenden dorpen staan nog altijd onder water.
Gezondheidsmedewerkers hebben in de door overstromingen getroffen delen van India waterputten gedesinfecteerd en zuiveringstabletten uitgedeeld om de verspreiding van ziektes te voorkomen. Duizenden mensen sloegen woensdag de waarschuwingen van de overheid in de wind om nog enige dagen in opvangkampen de situatie af te wachten en keerden tijdens een korte onderbreking in de regenval terug naar hun huizen, die na een flinke daling van het waterpeil weer bereikbaar waren geworden.
Internationale hulporganisaties hebben gewaarschuwd voor een humanitaire ramp als niet snel hulpgoederen worden verdeeld onder de miljoenen slachtoffers. In de Indiase deelstaat Bihar is gebrek aan drinkwater. De autoriteiten zijn daar gestopt met vanuit vliegtuigen droppen van zakken met drinkwater na klachten dat die braken bij de landing.
Het Nederlandse Rode Kruis heeft inmiddels 580.000 euro bijgedragen aan de noodhulp in het gebied. Woordvoerster Anna Kodde zegt dat het nog niet duidelijk is of er ook Nederlanderse hulpverleners naar het gebied gaan. „Wij ondersteunen nu vooral het internationale Rode Kruis, dat ter plekke veel mensen inzet.” Wel is een Nederlandse Rode Kruisvertegenwoordiger uit Pakistan afgereisd naar het getroffen gebied. Kodde zegt dat een landelijke inzamelingsactie voor de noodhulp nog niet aan de orde is. „De Samenwerkende Hulporganisaties, waarvan het Rode Kruis voorzitter is, bekijken wel van dag tot dag of we onze strategie moeten aanpassen.”
De christelijke hulporganisaties Tear en Red een Kind proberen de komende weken maximale hulp te bieden in Bihar, zegt woordvoerster Susanne Jonker van Tear. Met de Indiase partners Eficor en Discipleship Center wordt gezorgd voor de aanvoer van rijst, peulvruchten, olie en zout. Ook probeert Tear te zorgen voor onderdak, huisraad en medische zorg. Jonker: „Ontheemden krijgen een plastic zeil om een tent van te maken of om het dak te bedekken. Er zijn ook medische teams van ons aan het werk, die onder meer medicijnen uitdelen.”
Volgens Gerko Last van Red een Kind stelt zijn organisatie vooralsnog 150.000 euro beschikbaar voor hulpverlening in India. „Daarmee kunnen we noodhulp bieden aan zo’n 20.000 mensen. Die helpen we aan voedsel, schoon water, onderdak en medische voorzieningen.” Last meent dat er nu nog onvoldoende aandacht is voor de ramp die zich in Azië voltrekt. „Belangrijk is dat Nederland zich er bewust van wordt dat dit een noodsituatie is waaraan snel wat gedaan moet worden.” Red een Kind heeft een eigen kantoor in India, waarvanuit de hulpverlening wordt gecoördineerd. Daarnaast werkt de organisatie samen met GEMS Bihar, een lokale instantie.
Woord en Daad richt zich bij de noodhulp met name op Bangladesh, omdat daar partners van de christelijke hulporganisatie aanwezig zijn. Woordvoerster Rina Molenaar: „Families in Bangladesh krijgen van ons noodpakketten, waarin onder meer voedsel zit.” Volgens Molenaar worden de allerarmsten het zwaarst getroffen. „Vaak wonen juist zij in gevaarlijke, buitendijkse gebieden.”
Susanne Jonker van Tear vreest dat de problemen met hoog water in de toekomst alleen maar groter worden. „Mogelijk heeft het te maken met de klimaatverandering. We kijken in samenwerking met andere organisaties hoe we armoedebestrijding en klimaatverandering samen kunnen aanpakken. Tear kijkt ook binnen eigen projecten naar voorkomen van problemen. Bijvoorbeeld het vasthouden van water en de aanleg van dijken.”